Lichaam en Geest: H3 genotsmiddelen

1 / 21
volgende
Slide 1: Video
mens en gezondheidPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Genotsmiddelen

Slide 3 - Tekstslide

Welke genotsmiddelen ken je?

Slide 4 - Woordweb

Welke genotmiddelen ken je allemaal?
Genotmiddel = product waardoor je je lekker gaat voelen.
Voorbeelden:
- alcohol                                    - chocola en suiker
- sigaretten                             - cocaine 
- wiet                                          - heroine
- xtc, MDMA
- lachgas
- koffie

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt een verslaving nu eigenlijk?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Softdrugs worden in Nederland gedoogd. Wat zijn softdrugs?
A
Hasj en Wiet en cannabis
B
Ketamine
C
GHB
D
XTC

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Hype   Lachgas
 lachgas zorgt voor een korte, sterke roes.

Gelijk effect: gevoel van bijna-bewustzijnsverlies
  korte roes die ongeveer 1 tot 5 minuten duurt. 
Je wordt licht in zijn hoofd, voelt minder pijn en de spieren ontspannen. Beeld en geluid kunnen anders binnenkomen. 
Je kunt  dingen zien of horen die er helemaal niet zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

MDMA, cocaïne en speed geven
A
je energie en zorgen dat je ‘aan’ staat "hug drug"
B
versnellen hartslag en ademhaling
C
werken kalmerend en ontspannend
D
hallucinerende effecten

Slide 18 - Quizvraag

Nadelen van MDMA, speed en cocaïne
A
Gespannen spieren, braken, meer uithoudingsvermogen Verminderde eetlust Moeite met plassen Soms zweten, hoofdpijn en duizeligheid
B
Hoge lichaams-temperatuur, hogere spierspanning
C
Hoge bloeddruk, Droge mond, dorst
D
grote pupillen, kans op psychose

Slide 19 - Quizvraag

Waar denk je aan bij het woord
" psychose"?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video