In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
WELKOM
3 Kader
Welkom
3He
Slide 1 - Tekstslide
Check-in: wat heb je gedaan in de herfstvakantie?
Slide 2 - Open vraag
We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les?
Wat moet ik leren voor de toets Nederlands?
Herhalen theorie
Slide 4 - Tekstslide
Wat je moet kennen:
de theorie uit de toolboxen uit deze cursus (les 1)
criteria voor betrouwbaarheid van een tekst (les 4)
het begrip kleur van een tekst (les 4)
het verschil tussen misleiding en satire (les 4).
Wat moet je kunnen:
de theorie uit de toolboxen toepassen op een tekst (les 3, 4 en 5)
een tekst kritisch kunnen lezen en beoordelen op betrouwbaarheid op basis van de criteria (les 4).
Toolboxen om te bestuderen:
Bronnen
Feiten en meningen
Kleur van een tekst
Leesmanieren
Leesmotor
Moeilijke woorden
Onderwerp en hoofdgedachte
Online lezen
Signaalwoorden
Tekstdoelen en tekstsoorten
Tekstgeraamte
Tien vragen voor tekstbegrip
Verwijswoorden
Slide 5 - Tekstslide
Welke tekstdoelen zijn er?
Slide 6 - Woordweb
Een reclame heeft als doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instructie geven
Slide 7 - Quizvraag
Een nieuwsbericht heeft als doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren
Slide 8 - Quizvraag
Een recensie en een betoog zijn voorbeelden van...
A
overtuigende teksten
B
activerende teksten
C
informerende teksten
D
amuserende teksten
Slide 9 - Quizvraag
Wat bepaalt de kleur van een tekst?
Slide 10 - Woordweb
Wat is satire? Geef een voorbeeld.
Slide 11 - Open vraag
Overzicht signaalwoorden en verbanden
Je hebt 3 minuten de tijd om het overzicht van signaalwoorden en verbanden te bekijken, daarna moet het overzicht weg
Het overzicht staat in de toolbox.
timer
3:00
Slide 12 - Tekstslide
Welk verband hoort bij het signaalwoord 'omdat'?
A
Redengevend verband
B
Concluderend verband
C
Doel- middel verband
D
Toelichtend verband
Slide 13 - Quizvraag
Welk verband hoort bij het signaalwoord 'tevens'?
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Toelichtend verband
D
Opsommend verband
Slide 14 - Quizvraag
Welk verband hoort bij het signaalwoord 'tenzij'?
A
Voorwaardelijk verband
B
Oorzakelijk verband
C
Opsommend verband
D
Tegenstellend verband
Slide 15 - Quizvraag
Welk verband hoort bij het signaalwoord 'zodat'?
A
Redengevend verband
B
Concluderend verband
C
Doel-middel verband
D
Vergelijkend verband
Slide 16 - Quizvraag
Welk verband hoort bij het signaalwoord 'daarentegen'?
A
Toelichtend verband
B
Oorzakelijk verband
C
Samenvattend verband
D
Tegenstellend verband
Slide 17 - Quizvraag
Aan welk signaalwoord kun je GEEN reden herkennen?
A
Want
B
Daarom
C
Namelijk
D
Immers
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort NIET bij het samenvattend verband?
A
Met andere woorden
B
Daarom
C
Kortom
D
Al met al
Slide 19 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort NIET bij het oorzakelijk verband?
A
Doordat
B
Indien
C
Als gevolg van
D
Daardoor
Slide 20 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort NIET bij het opsommend verband?
A
Vervolgens
B
Bovendien
C
Eerst
D
Ten slotte
Slide 21 - Quizvraag
Noem de 5 criteria voor betrouwbaar nieuws en zet ze op volgorde van belangrijkheid voor jou.
Slide 22 - Woordweb
Geloofwaardig
Nauwkeurig
Neutraal
Redelijk
Onderbouwd
Wie heeft het geschreven?
Waar is het gepubliceerd?
Wanneer is het geschreven?
Is het volledig?
Heeft de schrijver een belang?
Wat is het tekstdoel?
Is de schrijver genuanceerd of emotioneel?
Is de bron onderbouwd door andere bronnen?
Is er een bibliografie?
Slide 23 - Tekstslide
28 oktober 2023 door Frank van Rossum
Ook dit jaar is Halloween weer de dag bij uitstek voor menig feestganger om zich zo griezelig mogelijk uit te dossen. Daarom heeft Ajax-fan Freek voor deze editie alles uit de kast gehaald om zijn omgeving de stuipen op het lijf te jagen: hij gaat verkleed als Teletekst-pagina 819.
De 28-jarige man uit Purmerend vond zijn outfit in het begin eigenlijk te angstaanjagend, maar is er nu voorzichtig gewend aan geraakt. “Het is een soort exposure therapie geweest: als je maar vaak genoeg iets engs ziet, ga je het vanzelf minder beangstigend vinden. Al weet ik nog niet of ik ook zo koeltjes blijf als Ajax straks misschien helemaal onderaan staat.”
De schrik bij Freeks vriendengroep zit er inmiddels goed in. “Ik heb dit weekend The Exorcist gezien, daarna ben ik belaagd door killerclowns en vervolgens werd ik achtervolgd door iemand met een levensecht zombiemasker en een kettingzaag. Maar niets van dat kan tippen aan de griezeligheid van deze Teletekst-outfit.”
De speld
Ajax-fan verkleedt zich met Halloween als Teletekst-pagina 819
Op welke manier speelt De Speld met de waarheid?
Hoe is een informatief nieuwsbericht opgebouwd?
Slide 24 - Tekstslide
28 oktober 2023 door Frank van Rossum
Ook dit jaar is Halloween weer de dag bij uitstek voor menig feestganger om zich zo griezelig mogelijk uit te dossen. Daarom heeft Ajax-fan Freek voor deze editie alles uit de kast gehaald om zijn omgeving de stuipen op het lijf te jagen: hij gaat verkleed als Teletekst-pagina 819.
De 28-jarige man uit Purmerend vond zijn outfit in het begin eigenlijk te angstaanjagend, maar is er nu voorzichtig gewend aan geraakt. “Het is een soort exposure therapie geweest: als je maar vaak genoeg iets engs ziet, ga je het vanzelf minder beangstigend vinden. Al weet ik nog niet of ik ook zo koeltjes blijf als Ajax straks misschien helemaal onderaan staat.”
De schrik bij Freeks vriendengroep zit er inmiddels goed in. “Ik heb dit weekend The Exorcist gezien, daarna ben ik belaagd door killerclowns en vervolgens werd ik achtervolgd door iemand met een levensecht zombiemasker en een kettingzaag. Maar niets van dat kan tippen aan de griezeligheid van deze Teletekst-outfit.”
De speld
Ajax-fan verkleedt zich met Halloween als Teletekst-pagina 819
Wat is in deze tekst de 5W + 1H vraag?
(Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)
Maak deze vraag in de classroom.
Slide 25 - Tekstslide
Noem iets wat je in deze les hebt geleerd of wat je van deze les gaat onthouden.