In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een alinea?
Slide 4 - Open vraag
Waar vind je vaak de belangrijkste informatie in een anlinea?
A
Het middenstuk
B
De eerste zin
C
In de titel
D
De eerste en de laatste zin
Slide 5 - Quizvraag
Hoe veel alinea's heeft deze tekst?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
inleiding, middenstuk en slot
De inleiding is het eerste deel van een tekst.
Daarin staat kort waar de tekst over gaat.
De inleiding van een tekst:
meestal één of twee alinea's
zegt waar de tekst over gaat
maakt nieuwsgierig
Slide 9 - Tekstslide
inleiding, middenstuk en slot
Hoe de schrijver het onderwerp ter sprake brengt of waarom de schrijver over het onderwerp wil vertellen.
Een kort, grappig, of bijzonder verhaal vertellen of of anekdote over iets dat je hebt gelezen of meegemaakt (een anekdote = grappig en kort verhaal over iets dat echt gebeurd is).
Uitleggen waarom de tekst is geschreven
Een of meer vragen over het onderwerp stellen (die dan dus later worden beantwoord)
Vertellen over welk onderwerp de tekst gaat
In te gaan op een actuele gebeurtenis. Je vertelt iets wat op dat moment veel aandacht krijgt in het nieuws.
Slide 10 - Tekstslide
inleiding, middenstuk en slot
Het middenstuk is het langste deel van de tekst.
Het middenstuk bevat de meeste informatie.
Slide 11 - Tekstslide
inleiding, middenstuk en slot
In het slot staat nog een keer het belangrijkste van de tekst
in het kort herhaald.
Een korte samenvatting geven
Een conclusie trekken
Een advies geven
Slide 12 - Tekstslide
LEES DE TEKST
Slide 13 - Tekstslide
Waaraan zie je dat dit de inleiding van de tekst is? Er zijn twee goede antwoorden.
A
Het stukje tekst bestaat uit vier zinnen.
B
Er staat waar het over gaat: je bed opmaken is ongezond.
C
Je weet nu alles over huisstofmijten.
D
Je wilt weten waarom je bed opmaken ongezond is.
Slide 14 - Quizvraag
In het middenstuk van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.
Slide 15 - Quizvraag
In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.
Slide 16 - Quizvraag
Inleiding
Is een inleiding:
Er worden meerdere vragen gesteld over het onderwerp en er wordt aangegeven waarover de tekst wordt gaat.
Altijd en overal online. Volgens sommige opvoeders liggen er allerlei gevaren op de loer voor onze Wifi-generatie. Er zijn daarom al scholen die het vak mediawijsheid geven.
Wat zijn de voor- en nadelen? Welke gevaren liggen op de loer? Heeft verbieden zin? Welke lessen moeten de jongeren leren? Hoe denken ze er in jouw omgeving over?
Slide 17 - Tekstslide
Slot
Is een slot omdat:
Er wordt herhaald (dat zie je aan de woorden 'dit alles wijst erop...')
Het eindigt met een conclusie
Slide 18 - Tekstslide
Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.
Slide 19 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.
Slide 20 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.
Slide 21 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Dat komt doordat er stukje goud zitten in apparaten, zoals computers en mobieltjes.
Gooien we zomaar goud in de vuilnisbak?
Het is dus beter om apparaten niet gewoon in de vuilnisbak te gooien.
Slide 22 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Dat komt doordat er stukje goud zitten in apparaten, zoals computers en mobieltjes.
Gooien we zomaar goud in de vuilnisbak?
Het is dus beter om apparaten niet gewoon in de vuilnisbak te gooien.
Slide 23 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Dat komt doordat er stukje goud zitten in apparaten, zoals computers en mobieltjes.
Gooien we zomaar goud in de vuilnisbak?
Het is dus beter om apparaten niet gewoon in de vuilnisbak te gooien.
Slide 24 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Aparte fobieën zijn bijvoorbeeld angst om je te wassen, angst om te leren en angst voor het cijffer 8.
Van hoogtevrees en angst voor spinnen heb je vast weleens gehoord, maar ken je ook deze bijzondere fobieën?
Zo'n fobie blijkt dus erg lastig te zijn. Gelukkig kunnen mensen er iets aan doen.
Slide 25 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Aparte fobieën zijn bijvoorbeeld angst om je te wassen, angst om te leren en angst voor het cijffer 8.
Van hoogtevrees en angst voor spinnen heb je vast weleens gehoord, maar ken je ook deze bijzondere fobieën?
Zo'n fobie blijkt dus erg lastig te zijn. Gelukkig kunnen mensen er iets aan doen.
Slide 26 - Sleepvraag
Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Aparte fobieën zijn bijvoorbeeld angst om je te wassen, angst om te leren en angst voor het cijffer 8.
Van hoogtevrees en angst voor spinnen heb je vast weleens gehoord, maar ken je ook deze bijzondere fobieën?
Zo'n fobie blijkt dus erg lastig te zijn. Gelukkig kunnen mensen er iets aan doen.