BS 7.3 Ecosystemen

Basisstof 7.3 Ecosystemen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 7.3 Ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven
  • Het verschil benoemen tussen assimilatie en dissimilatie

Slide 2 - Tekstslide

Voedselketen
Alg = een plant
Pijlen geven richting 
van voedsel aan.

Slide 3 - Tekstslide

Voedselketen
  • Reeks soorten, waarbij elke soort voedselbron is voor de volgende soort
  • Eerste schakel is altijd een producent
  • Pijl geeft richting van voedsel/energie aan

Slide 4 - Tekstslide

In een voedselweb komen
verschillende soorten voor

  • Planten = Producenten
  • Planteneters = consumenten
  • Vleeseters = consumenten
  • Alleseters = consumenten

Slide 5 - Tekstslide

Voedselweb
De werkelijkheid is altijd ingewikkelder dan een voedselketen!!
  • Meerdere voedselketens die door elkaar heenlopen.


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld van een voedselweb

Slide 7 - Tekstslide

Producent (autotroof)
  • Producenten gebruiken mineralen, water en CO2 en maken (produceren) daarvan organische stoffen

  • CO2+H20+ZONLICHT (energie) --> GLUCOSE (C6H12O6) + (zuurstof)



Slide 8 - Tekstslide

(Koolstof) assimilatie
Opbouw van organische moleculen uit (kleinere) anorganische moleculen
Organische stof : Glucose  (C6H12O6)
Anorganische stoffen : CO2 + H20+ (zonlicht energie)

Slide 9 - Tekstslide

voortgezette assimilatie
Glucose--> koolhydraten, eiwitten, vetten, DNA

Wij mensen/ dieren zijn niet in staat organische stoffen te vormen uit alleen anorganische stoffen.
Wij nemen organische stoffen op uit ons voedsel.
Wij zijn dus heterotroof

Slide 10 - Tekstslide

Consumenten (heterotroof)

Slide 11 - Tekstslide

Stofwisseling
Assimilatie: opbouw van organische moleculen, kost energie
Dissimilatie: afbraak van organische stoffen, komt energie vrij.





Slide 12 - Tekstslide

Afvaleters (detrivoren)
  • Ze zijn ook consumenten
  • Leven van dode resten/ uitwerpselen van organismen

Slide 13 - Tekstslide

Reducenten
  • Afbreken van dode organismen
  • Organische stoffen --> Anorganische stoffen (CO2, H20 en mineralen )
  • Dit is het proces van mineralisatie 

Slide 14 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

Slide 15 - Tekstslide

Piramiden en stromen in ecosystemen
De organismen per trofisch niveau kan worden weergegeven in een ecologische piramide.

Slide 16 - Tekstslide

piramide van aantallen
piramide van aantallen

Slide 17 - Tekstslide

Waarom heeft een piramide van biomassa wel altijd een piramide vorm?

Slide 18 - Open vraag

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 16 en 17

Zelfstandig werken: opdracht 15 t/m 20
 voor de compacters 15, 18, 20
Dit is ook het huiswerk
Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 19 - Tekstslide

piramide van biomassa

Slide 20 - Tekstslide

Dit is een piramide van ...
A
aantallen
B
biomassa

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

* de breedte van de pijl geeft de hoeveelheid energie weer
* de breedte van I = de breedte van R + P + F

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

blz 143
BINAS 93A.2
hierboven herken je het vorige plaatje!

Slide 29 - Tekstslide

In een voedselketen bevatten de consumenten van de eerste orde meer vastgelegde energie dan de consumenten van de tweede orde.
De afbeelding is een weergave van het patroon van energiestromen in een ecosysteem.


Welke groep of groepen organismen kunnen deel uitmaken van trofisch niveau n?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 30 - Quizvraag

blz 144
Wat voor informatie kan je uit de bronnen halen?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het gewicht van een individu als in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaatsvindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af

Slide 33 - Quizvraag

Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn Consumenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 35 - Quizvraag

Wat zijn Reducenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 36 - Quizvraag

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 37 - Quizvraag

Wanneer planten en dieren sterven zonder te worden opgegeten, worden de organische stoffen opgenomen door
A
consumenten
B
eurocenten
C
reducenten
D
producenten

Slide 38 - Quizvraag

Welke schakel bestaat uit heterotrofe organismen?
A
Producenten
B
Consument 2e en 3e orde
C
Alle consumenten
D
Alle producenten en consumenten

Slide 39 - Quizvraag

In welke schakel vindt fotosynthese (=koolstofassimilatie) plaats?
A
Alleen producenten
B
Alleen consumenten
C
Zowel producenten en consumenten
D
Niet in producenten of consumenten

Slide 40 - Quizvraag

Neemt de hoeveelheid biomassa in elke volgende schakel toe of af?
A
Neemt toe
B
Neemt af

Slide 41 - Quizvraag

Wat stelt 4 voor?
A
Aerobe dissimilatie
B
Anaerobe dissimilatie
C
Dode resten dieren
D
Voortgezette assimilatie

Slide 42 - Quizvraag

Wat stelt 6 voor?
A
Fotosynthese
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Dode planten

Slide 43 - Quizvraag

Wat stelt 10 voor?
A
Reducenten
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Resten van dode planten

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 45 - Quizvraag