Leerjaar 2 mhv redekundig ontleden les 2 (t/m bvb)

Redekundigkundig ontleden 
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Redekundigkundig ontleden 
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les hebben jullie geoefend met het ontleden van de zindelen t/m bvb.                                                                                    
  • Aan het einde van deze module kunnen jullie het stappenplan van het ontleden uit je hoofd opnoemen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • quiz om voorkennis op te halen
  • Instructie en indien nodig video's
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is redekundig ontleden ?
A
ontleden
B
ontleden van de zinsdelen
C
ontleden van de woordsoorten
D
iets met grammatica

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
strepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
een werkwoord zoeken
B
het getal veranderen (meervoud - enkelvoud)
C
de zin van tijd veranderen (verleden tijd - tegenwoordige tijd)
D
geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Getal-proef: zin veranderen van enkelvoud naar meervoud of van meevoud naar enkelvoud. 
V

Tijd-proef: zin van tijd veranderen. Tegenwoordige tijd wordt verleden tijd en andersom.

Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.


Wat is stap 2?
A
onderwerp benoemen
B
werkwoordelijk gezegde benoemen
C
lijdensvoorwerp benoemen
D
zinsdeelstrepen zetten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zet je de zindeelstrepen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slepen maar!
Je moet de woorden verplaatsen en de woorden die 
samen een zinsdeel vormen op elkaar plaatsen. 
timer
2:00
De
hebben
deze
van
gekregen
via
Leerlingen
les
mevrouw
Hooi
LessonUp.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 3 en hoe vind je het?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is stap 4?
A
lijdend voorwerp benoemen
B
meewerkendvoorwerp benoemen
C
onderwerp benoemen
D
bijwoordelijke bepaling benoemen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je het onderwerp?
A
wie of wat + PV?
B
wie doet het?
C
wat doet het?
D
aan wie of voor wie + PV?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 5?
A
bijwoordelijke bepaling benoemen
B
meewerkendvoorwerp benoemen
C
lijdensvoorwerp benoemen
D
onderwerp benoemen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Je weet nu dus wat de pv is, welke zinsdelen er zijn, wat het WWG is en wat het onderwerp is (wie of wat + PV (of WWG).

Vraag: hoe vind je nu het lijdend voorwerp?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Je weet nu dus wat de pv is, welke zinsdelen er zijn, wat het WWG is en wat het onderwerp is (wie of wat + PV (of WWG) en het lV (wie of wat + PV (of WWG) + O ).

Vraag: wat is stap 6 en hoe vind je die?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 7?
A
onderwerp
B
lijdendvoorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
meewerkend voorwerp

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de
bijwoordelijke bepaling?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je dat een bijvoeglijke bepaling is?
(nog niet behandeld)

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De bijvoeglijke bepaling hoort bij...
A
een werkwoord in een zinsdeel
B
een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel
C
een zinsdeel
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel, maar een zinsdeelstuk.  
Het is dus geen apart puzzelstukje, maar een onderdeel van een bestaand 
puzzelstukje. Je kan het vergelijke met het donkere plekje op het losse 
puzzelstukje hiernaast.

Wat is het nu precies:
  • Een bvb zegt altijd iets over het zelfstandig naamwoord. 
  • Een bvb kan uit een of meerdere woorden bestaan.
  • Een bvb kan zowel voor als achter een znw staan.
  • In een bvb kunnen ook weer één of meerdere bvb's staan.
  • Een veel voorkomende fout is het door elkaar halen van de bvb en de bwb. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke bepaling
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
De nieuwe speler is in onze wijk komen wonen:
Zinsdeelstrepen zetten:
 De nieuwe speler| is |in onze wijk| komen wonen 

Nieuwe --> zegt iets over speler = bijvoeglijke bepaling bij speler 
Onze --> zegt iets over wijk = bijvoeglijke bepaling bij wijk

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke bepaling staat op de volgende sheet.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg instructie
Hieronder vind je de video's met uitleg over alle stappen van het ontleden van de zinsdelen.
Belangrijk om goed de zinsdelen te kunnen ontleden:
  1.  Je moet het stappenplan uit je hoofd kunnen opnoemen
  2. Het strepen zetten moet je goed oefenen en kunnen toepassen
  3. verder is het een kwestie van oefenen en oefenen 

Als je de stappen niet kent, dan lukt het ontleden niet EN als je de zindeelstrepen niet kunt zetten, dan benoem je de verkeerde zindelen.

Als je dat niet nodig hebt, dan ga je door naar het blokje toepassing in deze Lesson up.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling staat op de volgende sheet.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke bepaling staat op de volgende sheet.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Heb je het lesdoel van het oefenen met het ontleden van de zinsdelen behaald?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Heb je misschien het lesdoel van de stappen uit je hoofd kunnen opnoemen en het toepassen ook al behaald?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging goed in het zelfstandig werken en wat kan de volgende keer nog een beetje beter?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Feedback:
Wat vond je fijn of goed werken aan deze les en wat ik de. volgende keer beter?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies