Signaalwoorden

SIGNAALWOORDEN

Tekst
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

SIGNAALWOORDEN

Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Signaalwoorden
  • Maken duidelijk wat de schrijver wil bereiken,     bijv. uitleggen, overtuigen, of samenvatten.
  • Laten zien hoe informatie op elkaar aansluit, bijv.  een       oorzaak-gevolgrelatie of een opsomming.
  • Helpen bij het begrijpen van de opbouw van een tekst, bijv.   een vergelijking, tegenstelling of uitleg.

Slide 2 - Tekstslide

Tekst zonder signaalwoorden
Sociale media beïnvloeden het dagelijks leven van veel mensen. Ze besteden veel tijd aan scrollen en het bekijken van updates. Het kan leiden tot stress en een gevoel van tekortschieten. Sommige mensen proberen bewust minder online te zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Tekst met signaalwoorden
Sociale media beïnvloeden het dagelijks leven van veel mensen. Zo besteden ze veel tijd aan scrollen en het bekijken van updates. Hierdoor kan het leiden tot stress en een gevoel van tekortschieten. Daarom proberen sommige mensen bewust minder online te zijn.

Slide 4 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 5 - Tekstslide

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Veel mensen lijken gelukkig op sociale media, maar in werkelijkheid voelen ze zich vaak eenzaam.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Reden

Slide 6 - Quizvraag

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Als je wilt dat jouw bericht op sociale media serieus wordt genomen, moet je letten op een goede spelling en duidelijke zinnen
A
Volgorde van tijd
B
Opsomming
C
Voorwaarde
D
Voorbeeld

Slide 7 - Quizvraag

Met welk tekstverband hebben we hier te maken?

Doordat jongeren voortdurend hun tijd op sociale media doorbrengen, krijgen ze minder rust en raken ze sneller gestrest.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Voorbeeld

Slide 8 - Quizvraag


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden maar, toch en echter?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 9 - Quizvraag


 Op welk tekstverband wijzen de  
 signaalwoorden daardoor en zodat?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 10 - Quizvraag


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden want en omdat?
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
reden

Slide 11 - Quizvraag


 Om welk tekstverband gaat het hier?
  Op sociale media kun je berichten plaatsen, foto's delen en video's uploaden om anderen te laten zien wat je doet.
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 12 - Quizvraag


 In welke zin wijzen de signaalwoorden  
 op een volgorde in tijd?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.

Slide 13 - Quizvraag

Heb jij last van FOMO: Fear of Missing Out?
  • Lees de tekst (zelfstandig)
  • In tweetallen opdracht 1 maken (invuloefening) > in de tekst
  • Klaar?
  • Zelfstandig vragen bij de tekst maken > in Worddocument
  • Gezamenlijk opdracht nakijken

Slide 14 - Tekstslide