Herhaling H4

Welkom DTH2O!
Deze les staat hoofdstuk 4 centraal. Hoofdstuk 4 gaat over feiten, meningen en argumenten.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom DTH2O!
Deze les staat hoofdstuk 4 centraal. Hoofdstuk 4 gaat over feiten, meningen en argumenten.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- 10 minuten lezen
- Leerdoelen
- Opdrachten
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat een feit, mening en argument is. 

Aan het einde van de les kan ik onderscheid maken tussen feiten en meningen.

Aan het einde van de les kan ik in een tekst feiten en meningen herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een argument?

Slide 5 - Open vraag

Herhaling
Feit - iets wat waar is of onwaar. Dit kan je controleren.

Mening - iemand vindt iets van iets. Hier ben je het mee eens of oneens. Om een mening te onderbouwen, maak je gebruik van argumenten. Argumenten herken je door te zoeken naar signaalwoorden. 

Slide 6 - Tekstslide

Noem signaalwoorden waar je een argument aan herkent.

Slide 7 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een feitelijke tekst en een voorbeeld van een tekst waar meningen in voorkomen.

Slide 8 - Woordweb

Noteer de nummers van de teksten waar alleen feiten in voorkomen.

Slide 9 - Open vraag

Opdracht
Feiten en meningen gescheiden? In kranten en op nieuwssites vind je niet alleen maar feiten. In sommige artikelen geven schrijvers ook hun meningen over wat er de afgelopen tijd gebeurd is. Natuurlijk moet je als lezer wel weten, waar de feiten staan en waar de meningen.
Onderzoek nu eens of dat klopt.

Ga naar de nieuwssite nu.nl. Zoek op deze site twee voorbeelden van artikelen met alleen feiten en twee voorbeelden van artikelen met vooral meningen.
Bespreek je vondsten met een klasgenoot. Zijn jullie het erover eens? Zorg dat je je mening beargumenteert.
Hoe kun je van een artikel van tevoren weten dat er meningen in staan?

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Open vraag