Groepsdynamica les 3

Groepsdynamica
  • De dynamiek tussen iedereen in de groep.  
  • De relaties tussen de leden van de groep.  
  • De invloed die bepaalde karakters en groepsrollen op elkaar hebben. 
  • Welke reacties worden er op elkaar gegeven? 
  • Positieve of negatieve groepsdynamica.   

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Groepsdynamica
  • De dynamiek tussen iedereen in de groep.  
  • De relaties tussen de leden van de groep.  
  • De invloed die bepaalde karakters en groepsrollen op elkaar hebben. 
  • Welke reacties worden er op elkaar gegeven? 
  • Positieve of negatieve groepsdynamica.   

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die zich in de groep afspelen
C
de invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben allemaal een rol in jouw groep? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken heeft een ideale groep volgens jou?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollen in een positieve groep
  • De gezagsdrager: zorgt voor evenwicht in de groep en straalt enthousiasme uit.​​ 
  • De sociaal werker: heeft een relatiegerichte rol. Zorgt dat de sfeer goed blijft in de groep.​​ 
  • De organisator: is een regelaar. De gezagsdrager komt met een plan, de organisator zorgt voor de uitvoering ervan.​​ 
  • De verkenner: is praktisch ingesteld. ​​ 
  • De volger: zijn trouwe volgelingen.​​ 
  • De appellant: is een kind met zwakte of beperking. Een appellant doet beroep op de zorgzaamheid van de groep.​​ 
  • De grapjas: kan bijvoorbeeld de spanning breken in een heftige situatie. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Onder de basisbehoefte relatie wordt verstaan dat  zich geaccepteerd
weten, ze erbij horen, ze het gevoel hebben welkom te zijn, ze zich veilig voelen.
Onder de basisbehoefte competentie wordt verstaan dat ontdekken dat ze
de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer
aankunnen. Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat ze weten dat ze
(in elk geval voor een deel) hun gedrag zelf kunnen sturen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De fasen in groepsontwikkeling
  • Vormfase: speelt zich vooral aan het begin af. Een nieuwe groep bij elkaar, Groepsleden zijn nog afwachtend.​​ 

  • Stormfase: hoe gaat iedereen inde groep met elkaar om. Met wie kan ik het goed vinden? ​​ 

  • Normfase: vaststellen omgangsregels waaraan iedereen zich moet houden.​​ 

  • Prestatiefase: werken aan prestatie en goede samenwerking.​​ 

  • Afscheidsfase: is de laatste fase van de groep, voordat deze uit elkaar valt. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Kinderen in de groep hebben niet altijd goed contact met elkaar.

Lees eerst de situatie en voer daarna de opdracht uit.
Op een leefgroep met kinderen van 9 tot 12 jaar zijn er de laatste tijd veel problemen. Pesten, ruziemaken, spullen van elkaar afpakken; er is altijd wel iets aan de hand. Aan jou als stagiaire de vraag een plan te bedenken om wenselijk gedrag in de groep te stimuleren.
Je besluit allereerst een checklist te ontwerpen om daarin in kaart te brengen wat wordt bedoeld met positief gedrag.
1  Maak deze lijst en noem tenminste tien punten van waarneembaar positief, sociaal, wenselijk gedrag.
2. Bedenk vijf punten om wenselijk gedrag te stimuleren in de groep.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sorry zeggen als iets mis gaat;

erom vragen als je iets wilt hebben;
complimentjes maken;
elkaar helpen;
elkaar troosten;
problemen uitpraten.

Gewenst gedrag duidelijk maken.
Gewenst gedrag oefenen (sociale vaardigheden trainen).
Gewenst gedrag bevestigen.
Duidelijke regels en grenzen stellen.
Zorgen voor een positieve sfeer door bijvoorbeeld zelf veel complimenten te geven.
Opdrachten geven die samenwerking vereisen.
Spelletjes doen die de groepsvorming stimuleren.










Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Werk gezamenlijk drie activiteiten uit die bijdragen aan een positief klimaat. Ga op zoek naar liedjes, verhalen en spelletjes die de positieve omgang tussen de kinderen in de groep bevorderen of bijdragen aan het zelfvertrouwen van kinderen.
Verwerk deze liedjes, verhalen en spelletjes in de activiteiten. Let er wel op dat ieder lid van jullie groep in elk geval een activiteit in het eigen leerbedrijf kan uitvoeren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht
Jullie gaan de groepsdynamica van jullie eigen klas in kaart brengen doormiddel van een sociogram.  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een sociogram is een schema waarin je alle personen in hun relatie tot de andere personen laat zien. Als je in een zoekmachine 'sociogram' intypt en zoekt naar afbeeldingen, kun je veel verschillende voorbeelden zien. Maak nu eens samen een sociogram van je klas 
Benoem vervolgens de relatie die de personages met elkaar hebben; bijvoorbeeld vader en zoon, geliefden, vrienden, et cetera.Geef uitgaande en inkomende lijnen aan en wederzijds contact.
Analyseer de relaties: wie heeft veel contacten, wie néémt veel contact, wie neemt minder vaak contact. Wie krijgt minder makkelijk aansluiting?
Zie je een invloed van leeftijd en cultuur op de onderlinge contacten?
Wie is er meer aanwezig in de groep?
Zijn er subgroepjes?
 




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies