4M 12.5 De organen voor vertering

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Log in in LessonUp, je krijgt zo een paar vragen

  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je chromebook, boek, schrift + pen

timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag:
Welke van onderstaande voedingsstoffen kunnen direct in het bloed worden opgenomen zonder eerst verteerd te worden?
A
eiwitten
B
glucose
C
vetten
D
zetmeel

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag:
Een vegetariër eet geen vlees.
Welke voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen?
A
vetten
B
vitaminen
C
eiwitten
D
koolhydraten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke organen is er 'darmperistaltiek' ?
A
Slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm
B
Slokdarm, 12-vingerige darm, dunne darm en dikke darm
C
Slokdarm, maag, lever, dikke darm en dunne darm
D
Slokdarm, dunne darm en dikke darm

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voeding en vertering
12.1 Enzymen
12.2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
12.3 Voeding en leefstijl
12.4 Het verteringsstelsel
12.5 De organen voor vertering
12.6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 12.5
  • Je kunt de delen van het verteringsstelsel noemen met hun functies en kenmerken. 
  • Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen van voedsel
Door te kauwen krijg je een grotere oppervlakte

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorslikken van eten
1 = huig
2 = tong
3 = speekselklier
4 = strotklepje
5 = slokdarm

Slikken--> je huig en strotklepje sluiten --> voedsel gaat de slokdarm in

Slide 12 - Tekstslide

1 = huig, sluit neusholte af
2 = tong, duwt voedselbrij in slokdarm
3 = speekselklier, wordt speeksel gevormd
4 = strotklepje, sluit luchtpijp af
5 = slokdarm, peristaltische bewegingen
Je keelholte is een soort kruispunt. De lucht die je in- en uitademt komt hier doorheen. En het voedsel dat je doorslikt ook. Als je tijdens het eten veel praat, kan hier iets misgaan. Je kunt je verslikken. Wat gebeurt er als je je verslikt?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel 
  2. Maag: maagsap
  3. 12 vingerige darm: alvleessap
  4.  Dunne darm: darmsap

GAL IS HULPSTOF 
(zetmeel)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
Maag maakt maagsap
Verteert eiwitten
Bevat zoutzuur!

Maagportier: laat kleine beetjes door naar de twaalfvingerige darm

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm
  • Hier komt alvleessap uit de alvleesklier in --> vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten. 

  • Ook komt hier gal in --> emulgeert vetten (maakt ze klein)
  • Gal wordt gemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas. Gal is GEEN verteringssap!


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
  • In de dunne darm zijn de voedingsstoffen klein genoeg om in het bloed te worden opgenomen.

  • De dunne darmwand is erg dun en bevat veel haarvaten. De voedingsstoffen kunnen gemakkelijk door de wand heen.

  • Door de darmplooien met darmvlokken is het oppervlakte van de dunne darmwand erg groot.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
Dunne darmsappen verteren koolhydraten en eiwitten.

De voedingsstoffen gaan via de darmvlokken in het bloed. Daarna naar de poortader, de lever en het hele lichaam. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
Bacteriën breken een deel van de onverteerde stoffen af --> stinkt.

In de dikke darm wordt water in het bloed opgenomen. 
De ingedikte onverteerde voedselresten komen in de endeldarm terecht. Daarna in de anus --> kringspier. 





De blindedarm is een 'blind' eindigende zak van de dikke darm.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van je spijsverteringsorganen?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstoffen worden er verteerd?  
Speeksel
Maag
Alvleessap
Dunne darmsap 
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten 
vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen 12.5 
Maken opdracht 1 t/m 3 + 6 en 7


Herhalen en/of extra oefenen

Uitlegvideo




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 12.5
  • Je kunt de delen van het verteringsstelsel noemen met hun functies en kenmerken. 
  • Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies