In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Welke factoren vallen onder de demografische segmentatiecriteria?
A
Gemiddelde grootte van het gezin – samenstelling van de bevolking – het koopgedrag van de afnemers
B
Koopgedrag – gemiddeld inkomen – de consumptiegewoonten van de afnemers
C
Gemiddelde grootte van het gezin – samenstelling van de bevolking – leeftijdsopbouw van de bevolking
D
Koopgedrag – vrijetijdsbesteding – de consumptiegewoonten van de afnemers
Slide 11 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort bij een kopersmarkt?
A
Het aanbod is groter dan de vraag, afnemers hebben een grote invloed op de prijs.
B
De vraag is groter dan het aanbod, aanbieders hebben een grote invloed op de prijs.
C
De vraag is groter dan het aanbod, afnemers hebben een grote invloed op de prijs.
D
Het aanbod is groter dan de vraag, aanbieders hebben een grote invloed op de prijs.
Slide 12 - Quizvraag
Welke marktvorm heeft de markt waar fabrikanten van spijkerbroeken op actief zijn?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige medediging
Slide 13 - Quizvraag
Wat beschrijf je met een situatieanalyse?
A
Waar je bedrijf vandaan komt
B
De toekomstplannen van je bedrijf
C
De situatie van je grootste concurrent
D
De huidige situatie, belangrijkste kansen en bedreigingen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is kenmerkend voor de marktvorm van monopolistische concurrentie?
A
Veel aanbieders met hetzelfde product
B
Veel aanbieders met vergelijkbare producten
C
Een aanbieder met een sterke marktpositie
D
Een paar aanbieders met vergelijkbare producten
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer je de markt opsplitst op basis van geslacht, segmenteer je op basis van…
A
Geografische segmentatiecriteria
B
Economische segmentatiecriteria
C
Sociaal-culturele segmentatiecriteria
D
Demografische segmentatiecriteria
Slide 16 - Quizvraag
In het ondernemingsplan geeft een bedrijf aan dat "wij vanuit onze positie als marktleider ook op lange termijn erkenning zullen nastreven als voortdurend innoverende leverancier in onze branche". Wat wordt in dit fragment beschreven?
A
Visie van de onderneming
B
Corebusiness van de onderneming
C
Missie van de onderneming
D
Marketingdoelstelling van de onderneming
Slide 17 - Quizvraag
Welke van de volgende stellingen omschrijft het beste de marketingmix?
A
Marketing omvat productbeslissingen, prijsstrategie, PR en plaats
B
Marketing omvat productbeslissingen, verkoopstrategie, PR en plaats
C
Marketing omvat productbeslissingen, prijsstrategie, promotie en plaats
D
Marketing omvat productbeslissingen, verkoopstrategie, promotie en personeelsbeleid
Slide 18 - Quizvraag
Coca Cola Zero Sugar heeft als doelgroep: “ De jonge avontuurlijke man!”. Op basis van welke criteria segmenteert Coca Cola de markt?
A
Demografische en psychografische segmentatiecriteria
B
Gedrag en demografische segmentatiecriteria
C
Psychografische en gedrag segmentatiecriteria
D
Socio-economische en demografische segmentatiecriteria
Slide 19 - Quizvraag
Met de effectieve vraag naar een product wordt bedoeld:
A
De feitelijk gerealiseerde afzet van een bepaald product in een bepaalde periode aan personen die het product niet voor de eerste keer kopen.
B
De feitelijk gerealiseerde afzet van een bepaald product in een bepaalde periode aan personen die het product voor de eerste keer kopen.
C
De maximale afzet van een bepaald product in een bepaalde periode aan personen die het product voor de eerste keer kopen.
Slide 20 - Quizvraag
De Boer Hoveniers heeft op dit moment twee bedrijfswagens. Doordat het bedrijf groeit, wil De Boer drie extra bedrijfswagens aanschaffen. Van welk type vraag is hier sprake?
A
Additionele vraag
B
Initiële vraag
C
Vervangingsvraag
Slide 21 - Quizvraag
Een meubelzaak richt zich op consumenten met een gemiddeld inkomen. Welk soort segmentatiecriterium wordt hier gebruikt?
A
Demografisch criterium
B
Psychografisch criterium
C
Socio-economisch criterium
Slide 22 - Quizvraag
Een zakelijke dienstverlener verkoopt hypotheken op de zakelijke markt. Zij besluit om deze dienst voortaan ook aan consumenten aan te bieden. Welke groeistrategie van Ansoff past deze zakelijke dienstverlener toe?
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling
Slide 23 - Quizvraag
Een autodealer verkoopt nieuwe en tweedehands personenauto’s. Omdat de omzet afneemt boort het bedrijf een nieuwe markt aan door ook campers(kampeerauto’s) te verhuren. Welke groeistrategie van Ansoff past dit bedrijf toe?
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling
Slide 24 - Quizvraag
Op de Nederlandse benzinemarkt concurreert slechts een beperkt aantal aanbieders. Van welke marktvorm is hier sprake?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volledige mededinging
Slide 25 - Quizvraag
Wat wordt in kaart gebracht met de externe analyse?
A
Eigen financiën
B
Klanttevredenheid
C
Sterktes en zwaktes
D
Trends in de markt
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een logische bewerking voor markten die homogeen zijn?
A
Geconcentreerde marketing
B
Ongedifferentieerde marketing
C
Gedifferentieerde marketing
Slide 27 - Quizvraag
Een fabrikant van kinderkleding richt zich specifiek op gezinnen met kinderen tot 12 jaar. Welk soort segmentatiecriterium wordt door deze fabrikant gebruikt voor het bepalen van de doelgroep?
A
Demografisch
B
Geografisch
C
Psychografisch
D
Sociaal-economisch
Slide 28 - Quizvraag
Festival PopUp heeft een SWOT-analyse uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de naamsbekendheid van het festival gering is. Van welk onderdeel van de SWOT-analyse is hier sprake?
A
Bedreiging
B
Kans
C
Sterkte
D
Zwakte
Slide 29 - Quizvraag
Bij welk type marketingstrategie worden verschillende doelgroepen aangesproken met een verschillend marketingaanbod?