ZK4 donderdag 3 december paragraaf 3.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Vandaag

2e uur

Presentatie Paul

Voorkennis paragraaf 3.2

Uitleg paragraaf 3.3

Zelfstandig werken

3e uur

Uitleg rekentrainer (lastige formules)

Zelfstandig werken

Nakijken van de rekentrainer

Afmaken van je werk

Afsluiting van de les.

Presentatie

Paul

Conjuncturele werkloosheid is:

1. de vraag daalt en daardoor daalt de productie
2. de vraag stijgt en daardoor stijgt de productie
3. De vraag daalt en daardoor stijgt de productie
4. De vraag stijgt en daardoor daalt de productie

Frictiewerkloosheid is:

1. het loopt niet lekker tussen jouw en je baas
2. je hebt alleen werk in een bepaald seizoen
3. je hebt alleen werk in een bepaalde regio
4. je bent "in between jobs"

De langspeelplaat is vervangen door Spotify. Dit zorgt ervoor dat platenwinkels verdwijnen. Welke werkloosheid is dit?

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Frictiewerkloosheid
4. Seizoenswerkloosheid

Voorbeelden van Seizoenswerkloosheid

Een ruime arbeidsmarkt houdt in dat je als werknemer genoeg banen hebt om uit te kiezen

1. Waar
2. Niet waar

Op een krappe arbeidsmarkt is veel werkgelegenheid

1. Waar
2. Niet waar

Werkgelegenheid

De hoeveelheid werk wat er is in een land

Concurrentie

De strijd tussen producenten om de gunst van de klant

(elk bedrijf wil zoveel mogelijk winst maken, dus veel verkopen. Dan moeten klanten WEL BIJ JOU komen)

Concurrentiepositie

Jouw positie als bedrijf ten opzichte van andere bedrijven.

Werkgelegenheid

Werkgelegenheid daalt bij een zwakke concurrentiepositie

Werkgelegenheid stijgt bij een sterke concurrentiepositie

Bedrijfstijd

De totale tijd dat er in een bedrijf wordt geproduceerd

(sommige bedrijven zijn 24 uur open)

ADV

ArbeidsDuurVerkorting

de uren per werknemer worden minder, zodat het werk verdeelt wordt over meerdere werknemers.

Aan de slag met

maken paragraaf 3.3

intreders en uittreders

Intreders zijn mensen die weer aan het werk gaan

het aanbod van werk stijgt

Uittreders zijn mensen die niet meer werken

het aanbod van werk daalt

Rekenen met in- en uittreders

formule:

intreders - uittreders = verandering in aanbod  (+ of -)

Nieuwe banen/ verdwenen banen

Nieuwe banen, zijn banen die erbij komen

vraag naar werk stijgt

Verdwenen banen, zijn banen die verdwijnen en niet terug komen

vraag naar werk daalt.

Rekenen met vraag naar arbeid

Formule:

nieuwe banen - verdwenen banen = verandering in vraag (+ of -)

Aan de slag

Rekentrainer bladzijde 107

Werkloosheidspercentage

Eerst moet je een aantal begrippen weten:

Beroepsbevolking

Werkloze werkzoekenden

Beroepsbevolking

je bent tussen de 15 en 75 jaar en op zoek naar een baan óf je hebt een baan.

Werkloosheidspercentage

Formule:

werkloze werkzoekende : beroepsbevolking x 100 =

Schrijf dit op!

Werkzoekenden

Formule:

Beroepsbevolking - werkenden

Schrijf dit op!

Aan de slag met

Rekentrainer bladzijde 107 en gedeelte 108

nakijken rekentrainer

Afmaken

Paragraaf 3.3

de afkorting ADV is:

Een goede concurrentiepositie zorgt voor:

Morgen heb ik sowieso paragraaf 3.3 af

1. Waar
2. Niet waar