In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoel
Aantekeningen maken
Oefenen
Nakijken
SO bespreken
Einde les
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les kun je hoofd- en bijzinnen herkennen.
Aan het einde van de les herken je voegwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe herken je een hoofdzin?
Slide 3 - Open vraag
Hoe herken je een bijzin?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Video
Hoofdzin
Bij een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp naast elkaar in de zin en kan er geen woord tussen.
Een zin heeft ALTIJD een hoofdzin (of meer)
VB: Bo zoekt haar winterjas, omdat het in de ochtend koud is.
Slide 6 - Tekstslide
Bijzin
Bij een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar in de zin of er kan een woord tussen.
Een zin bestaat NOOIT uit twee bijzinnen.
VB: Bo zoekt haar winterjas, omdat het in de ochtend koud is.
Slide 7 - Tekstslide
Voegwoorden
Nevenschikkend = verbinden twee hoofdzinnen
- en, want, maar, of
Onderschikkend = verbind een hoofdzin en bijzin
- omdat, als, dan, terwijl, nadat etc.
- of (kan bij beide voorkomen)
Slide 8 - Tekstslide
Om welke combinatie gaat het?
Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 9 - Quizvraag
Om welke combinatie gaat het?
Het is ongelooflijk, maar zij heeft dat echt tegen mij gezegd.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 10 - Quizvraag
Om welke combinatie gaat het?
Wie aan mijn vriendje zit, zal ik een waarschuwing geven.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 11 - Quizvraag
Benoem van onderstaande zinnen of je te maken hebt met een hoofdzin + hoofdzin, hoofdzin + bijzin of bijzin+hoofdzin
Op de bijeenkomst beloofde de directeur dat ze loonsverhoging zouden krijgen.
Slide 12 - Open vraag
Benoem van onderstaande zinnen of je te maken hebt met een hoofdzin + hoofdzin, hoofdzin + bijzin of bijzin+hoofdzin
We gaan nu zelf oefenen, omdat we het nu snappen.
Slide 13 - Open vraag
Denk je dat je de lesdoelen nu beheerst?
- Ik kan een hoofdzin en bijzin herkennen. - Ik weet hoe ik een hoofdzin en bijzin vind. - Ik weet wat nevenschikkende voegwoorden zijn. - Ik weet dan ook wat onderschikkende voegwoorden zijn.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Wat ga je doen?
Maken opdr. 3 en 11
Zelfstandig of samen met mij
Zelfstandig? Stilte, muziek toegestaan
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Maak opdr. 12
Na 15 min nakijken
Extra oefenen/uitleg? https://www.examenoverzicht.nl/nederlands/hoofdzinnen-en-bijzinnen