Sociaal-maatschappelijk les 3

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap, les 3

De maatschappij, dat zijn wij

Regels

1. We gaan respectvol met elkaar om. Ook als je het niet met elkaar eens bent.

2. Je hebt je spullen bij je (boek, laptop/schrift)

3. Telefoons op stil. Als iemand aan het woord is, luister je en zit je niet op je telefoon. LessonUp gebruik je in principe via je laptop.

4. Vragen staat vrij. 

Lesdoelen

Aan het einde van deze les..

• Kun je uitleggen wat waarden en normen zijn en wat socialisatie inhoudt
• Kun je van een norm aangeven wat de onderliggende waarde is
• Ben je bewust van je eigen normen en waarden
• Weet je hoe normen en waarden kunnen verschillen per groep, cultuur, tijd en situatie
• Weet je dat normen en waarden kunnen botsen

Normen en waarden

Waarde: iets wat een persoon of groep belangrijk vindt in het leven. Bijvoorbeeld respect, verantwoordelijkheid, eerlijkheid.

Norm: een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen. Normen kunnen wettelijke regels zijn, maar zijn ook regels die niet vastliggen (ongeschreven regels). 

Opdracht 18

Je gaat deze opdracht in tweetallen doen. Je krijgt hiervoor 10 minuten.

Opdracht 20

Lees de normen hiernaast door.

Welke vind jij het belangrijkste? En welke niet?

Bespreek dit met de student naast je

• Eerst wachten tot mensen uitgestapt zijn voor je de bus of trein instapt.
• Niet vreemdgaan als je een relatie hebt.
• Iets wat je hebt geleend ook weer teruggeven.
• Bedanken als iemand je helpt.
• Als een collega voor jou invalt, ook voor die invallen
• Kauwgom niet op straat uitspugen, maar in de prullenbak doen
• Opstaan voor een bejaarde of zwangere in de bus of trein.
• Je troep in de vuilnisbak gooien
• Afstand houden bij het pinapparaat
• Doen wat je docent of leidinggevende van je vraagt

Welke norm vind jij het belangrijkste? Waarom?

Welke norm vind jij het minst belangrijk? Waarom?

Opdracht 22

Lees de opdracht eerst zelf door. Je krijgt hier twee minuten voor.

Daarna bespreken we hem samen. Je hoeft nog niet overal een antwoord op te hebben.

Is er een norm die vroeger anders was in Nederland dan nu?

Is er een norm die in Nederland anders is dan in een ander Europees land?

Wat was vroeger een belangrijke waarde in Nederland, en nu minder?

Wat was vroeger bij jou thuis een waarde, maar die jij als je kinderen krijgt minder belangrijk zou vinden?

Wat is in Nederland een belangrijke waarde, maar in andere landen geen belangrijke waarde?

Ongeschreven regels

Zoals je eerder al hoorde, zijn normen vaak ongeschreven regels. 

Bijvoorbeeld 'u' zeggen tegen oudere mensen, de deur open houden voor iemand, je afval niet op straat gooien.

Deze regels staan nergens, maar het zijn dingen die je gewoon doet (of niet).

Opdracht 23, blz 105

Vorm een groepje van 3 of 4 studenten en ga opdracht 23 doen.

Je krijgt hiervoor 5 minuten (het schrijven op papier) en dan nog eens 5 minuten om na te bespreken.

Pen en papier ligt op mijn bureau.

Zijn er ongeschreven regels op jouw stage, die je zo kan bedenken?

Normen en waarden op stage

Hou bij de volgende vragen in je achterhoofd dat ze over stage (drogisterij, parfumerie, salon) gaan. Het kan best zijn dat het anders is op een andere werkplek!

Mag je op teenslippers werken?

Ja

Nee

Moet je tegen klanten u of je zeggen?

U

Je

Moet je tegen je baas/leidinggevende u of je zeggen?

U

Je

Mag je onder werktijd op je telefoon zitten?

Ja

Nee

Mogen sommige mensen te laat komen zonder dat er iets van wordt gezegd?

Ja

Nee

Mag je een kleine hoeveelheid uit de voorraad van je werk meenemen?

Ja

Nee

Mag je als roker vaker pauzeren om te roken?

Ja

Nee

Huiswerk 3.3

20, 22, 23, 24
bladzijde 101 t/m 106

Opdracht 20, 23 en 24 komen in je portfolio dat je aan het einde van de periode moet inleveren. Zorg dus dat je die goed bewaart.