3A 5.3 Genen en allelen les 2 NOG NIET KLAAR

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Zelfstandig stil 

Pak je boek en lees 5.3 Genen en allelen.

Klaar? 

Lees het nogmaals en probeer de leerstof te onthouden.



 
 



Welkom
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas doe je uit
  4. Pak je boek, schrift + pen 
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 3 --> Genen en allelen deel 2
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
5.1 Genotype en fenotype 
5.2 Chromosomen
5.3 Genen en allelen les 2
5.4 Transcriptie
5.5 De evolutietheorie
5.6 Geschiedenis, leven op aarde
5.7 DNA-technieken
5.8 Dominant of recessief
5.9 Kruisingen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Slide 6 - Tekstslide

DNA

Slide 7 - Tekstslide

DNA
  • DNA bevat de informatie voor
erfelijke eigenschappen (genen).
  • De bouwsteentjes (basen) van DNA 
vormen een code.
  • Een stukje DNA wat codeert voor 
een eigenschap noem je een gen. 



Slide 8 - Tekstslide

DNA-sequentie
Volgorde (= sequentie) van de basen in het DNA

4 Basen: A,  T,  G en C 

AGCCGTATTGACGGTATCGCGTA
|  | |  | |  | | | | | |  | | |  | | | | |  |  | | | | | |  TCGGCATAACTGCCATAGCGCAT

Slide 9 - Tekstslide

Basenparen: A-T / T-A en C-G / G-C

Slide 10 - Tekstslide

Genen
             Gen                            Eiwit                        Fenotype

Slide 11 - Tekstslide

Allelen 
Genvariant = allel
informatie op een gen (of de invulling van de eigenschap)


Allelenpaar = de 2 allelen van een gen.


Slide 12 - Tekstslide

Allelen 
Genvariant = allel
informatie op een gen (of de invulling van de eigenschap)


Allelenpaar = de 2 allelen van een gen.


Wat als je heterozygoot bent voor een eigenschap?
-Sommige allelen zijn sterker dan anderen.
-Het allel voor krullend haar is in dit voorbeeld sterker, en uit zich dus in het fenotype
Homozygoot/Heterozygoot
Homozygoot = 2 gelijke allelen voor een eigenschap
Heterozygoot = 2 verschillende allelen voor een eigenschap

Slide 13 - Tekstslide

Mutaties
  • Een mutatie = een verandering van het DNA, hierdoor ontstaat genetische variatie
  • Mutant: mutatie komt tot uiting in fenotype

  • Is een mutatie nuttig => mutatie blijft
  • Is een mutatie niet nuttig => dier heeft een kleinere kans om te overleven dus kan de mutatie niet doorgeven


Slide 14 - Tekstslide

Mutaties
Mutaties kunnen leiden tot:
- andere eiwitten (andere aminozuren, korter, langer, andere vorm)
- de productie van geen eiwitten.

Slide 15 - Tekstslide

Mutatie in lichaamscel
= niet erfelijk
Mutatie in geslachtscel
= erfelijk

Slide 16 - Tekstslide

Mutagene invloeden

Muteren --> DNA beschadigd raken

Straling 
Chemische stoffen

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen 5.3
Maken opdracht 1 en 2

Lezen Klonen (blz. 126)
Maken opdracht 10

Klaar? 
Maak dan vraag 3 en 4

Slide 18 - Tekstslide