Taalverzorging les 6 tot en met 8 (4.8/5.8 Jij-toets)

timer
10:00
Les 6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Weektaak bespreken
  • Uitleg 4.8 en 5.8 en samen opdrachten maken
  • Wat leren voor de toets
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak bespreken
Van 1.8: 6 en 7. (digitaal)
Van 2.8: 8. (digitaal)
Van 3.8: 8. (digitaal)

Slide 3 - Tekstslide

1.8 opdracht 7
a ‘Maak de boel aan kant,’ zei de conciërge. (citaat)
b Wat betekent de uitdrukking de boel aan kant makeneigenlijk? Je rommel opruimen? (speciale aandacht voor woord)
c ‘Ben ik de enige die hier alles laat slingeren?’ vroeg ik. (citaat)
d Ik moest van de conciërge opruimen, corvee doen of me heel vroeg in de ochtend melden. (opsomming => komma's)
e ‘Tot morgenochtend!’ riep ik vrolijk. Ik ben namelijk een echt ochtendmens. (citaat)

Slide 4 - Tekstslide

2.8 opdracht 8
Vijftien jaar geleden zag je bijna niemand op straat met zijn telefoon bezig. Dat is nu wel anders: ruim 90 procent van de jongeren gaat onderweg online met de smartphone. Weet je waarom? Vooral om te gamen en om op sociale media te gaan.
Dubbele punt
Bij een opsomming, uitleg of citaat.

Slide 5 - Tekstslide

3.8 opdracht 8: hoofdletters
 ’s Ochtends schreef The Telegraph dat de 82-jarige man het boek tijdens het ordenen van zijn boekenkast ontdekte.
 
Hij zag dat het boek eigendom was van zijn middelbare school in het Engelse Somerset.

Bibliothecaresse Anna Bloom reageerde uitgelaten en trakteerde spontaan op Chinese thee en een Indiaas rijsthapje.

Slide 6 - Tekstslide

4.8 samenstelling p. 62
stoel       +         poot       =

tafel         +        kleed      = 

jongen     +        boek       =

stad        +         schouwburg =

Slide 7 - Tekstslide

4.8 samenstelling p. 63
Je schrijft -en tussen de twee woorden als het eerste woord alleen een meervoud heeft met -en.

Bijvoorbeeld: 
bejaarde, meervoud = bejaarden, dus bejaardenflat
eik, meervoud = eiken, dus eikenboom

Slide 8 - Tekstslide

4.8 samenstelling p. 63
Je schrijft -e tussen de twee woorden als het eerste woord:
  • geen zelfstandig naamwoord is.
  • geen meervoud heeft.
  • alleen meervoud op -s heeft.
  • meervoud op -en en op -s heeft.
  • aangeven dat iets niet leuk is, maar reuzeleuk.
  • als het uniek is: zon, maan.

Slide 9 - Tekstslide

Samen maken opdracht 9 van 4.8
kwaliteit + controle = kwaliteitscontrole        (regel 1)
criminaliteit + cijfer =
hoogte + verschil =
race + circuit =
tarwe + meel =
peer + boom =

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg 5.8 pagina 123
ruine of ruïne

ideeen of ideeën

categorieen of categorieën

geemigreerd of geëmigreerd
Trema ä

Slide 11 - Tekstslide

Apostrof pagina 124
  • bij weglaten van letters 
  • bij meervoud als je het anders verkeerd uitspreekt
  • bij bezit aangeven als je het anders verkeerd uitspreekt
      en als er als een -s klank is, alleen een '
  • bij verkleinwoorden op -y
  • bij cijfers en afkortingen die je als letters uitspreekt

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Werkmoment = weektaak
Van 4.8: 9 (stuk samen gedaan)
Van 5.8: 8 en 9 (kijk naar de theorie)

Alles af? Herhalen voor de toets met:
Van 2.7: 8
Van 2.7: Test Jezelf
Alles digitaal

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 15 - Tekstslide

Leg klaar
iPad - dicht

oortjes

telefoon in je tas

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Jij-toets 30 minuten
Les 7

Slide 17 - Tekstslide

Werkmoment = weektaak
Van 4.8: 9 (stuk samen gedaan)
Van 5.8: 8 en 9 (kijk naar de theorie)

Alles af? Herhalen voor de toets met:
Van 2.7: 8
Van 2.7: Test Jezelf
Alles digitaal

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 19 - Tekstslide

Leg klaar
iPad - dicht

oortjes

telefoon in je tas

kauwgom in de prullenbak
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Jij-toets lezen
Les 8

Slide 21 - Tekstslide

Werkmoment = weektaak
Van 4.8: 9 (stuk samen gedaan)
Van 5.8: 8 en 9 (kijk naar de theorie)
Van 2.7: 8
 
Alles af? Herhalen voor de toets met:
Van 2.7: Test Jezelf
Alles digitaal
Of lees in je leesboek
voor de fictietaak

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de weektaak?

Leren voor de toets op vrijdag 20 oktober. 


Volgende week herhalen voor de toets.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide