Les 1 De vitale functies

De vitale functies
Zorgpad Thema: Persoonlijke zorg
Leerpad 11 Vitale functies en lichaamstemperatuur
Hoofdstuk 1,3,4,5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBO

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De vitale functies
Zorgpad Thema: Persoonlijke zorg
Leerpad 11 Vitale functies en lichaamstemperatuur
Hoofdstuk 1,3,4,5

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige les.
De student kan technieken toepassen en keizen voor
technologische hulpmiddelen om de lichaamstemperatuur te beïnvloeden

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student  kan de vitale functies benoemen

  • De student weet wat een bloeddruk is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet wat een hartslag is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet wat de ademhaling is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet wat een saturatie is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet hoe hij de temperatuur kan meten en kent de achterliggende theorie





Slide 3 - Tekstslide

Vitale functies:

Slide 4 - Tekstslide

Vitale functies:

Bloeddruk
Hartslag
ademhaling
lichaamstemperatuur
Bewustzijn

Beoordelen door:
Feitelijk
Kijken
Luisteren
Voelen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe gaan we de vitale functies bewaken?
Observeren
Aan de zorgvrager kun je signalen opvangen van ongemak, pijn, klachten, braken, enz.…
Meten
  1. Tensie (bloeddruk): ( vb.Bloeding daalt de BD: circulatie)
  2. Pols ( Voelen van circulatie, pulsatie vb. Polsslag van 180 sl/min)
  3. Temperatuur (koude handen en voeten, zweten : circulatie)
  4. Ademhaling / luchtweg (vb. bedreigde ademhaling: Zuurstoftekort - huidskleur)

Verpleegkundige/verzorgende voert uit en interpreteert
Arts interpreteert en zet beleid uit

Slide 6 - Tekstslide

Hoe gaan we de vitale functies bewaken?
Observeren
Aan de zorgvrager kun je signalen opvangen van ongemak, pijn, klachten, braken, enz.…
Meten
  1. Tensie (bloeddruk): ( vb.Bloeding daalt de BD: circulatie)
  2. Pols ( Voelen van circulatie, pulsatie vb. Polsslag van 180 sl/min)
  3. Temperatuur (koude handen en voeten, zweten : circulatie)
  4. Ademhaling / luchtweg (vb. bedreigde ademhaling: Zuurstoftekort - huidskleur)

Verpleegkundige/verzorgende voert uit en interpreteert
Arts interpreteert en zet beleid uit

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hartslag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar let je op?
De frequentie
De vulling
De regelmaat
De spanning

Slide 11 - Tekstslide

Afwijkingen
Tachycardie= een hartfrequentie boven de 100 slagen per min
Oorzaken: stress, koffie, uitdroging
Bradycardie= een hartfrequentie onder de 60 slagen per min
Oorzaken: geneesmiddelen, drugs,hartproblemen
Aritmie= onregelmatige hartslag
Oorzaken: hartritmestoornissen

Slide 12 - Tekstslide

Ademhaling (respiratie)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Respiratie:



fysisch en chemisch proces 
waardoor de cellen
en het weefsel zuurstof 
ontvangen en
koolzuur afgeven

Slide 15 - Tekstslide

Beoordelen van de ademhaling
Ademhalingsfrequentie en patroon
Kleur van de huid
Gebruik van hulpademhalingsspieren en buikademhalingsspieren
Ademgeruis 
Eventueel saturatie meten

Slide 16 - Tekstslide

De saturatie

Slide 17 - Tekstslide

Heb je weleens een saturatiemeter gezien of gebruikt?
JA
NEE

Slide 18 - Poll

2 manieren van zuurstof gehalte 
te meten


100 % is prima
<95 % ia hypoxaemie
1) arteriële bloedgasanalyse: deze methode vereist een arteriële bloedafname, de benodigde analyse apparatuur

2) de transcutane (door de huid en nagelbed) meting met een saturatiemeter: deze methode is heel eenvoudig


Slide 19 - Tekstslide

Temperatuur

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een normale temperatuur
voor een menselijk lichaam?

Slide 21 - Woordweb

Temperatuur waarden 

Normaal: 36.5-37.5
Te koud: <36.5
Onderkoeling: <35.0
Verhoging: 37.5-38.0
Koorts: >38.0
Hyperthermie: > 41.0
Te koud:
verhoging spierspanning
(willekeurige spieren krijgen onwillekeurige bewegingen)
Rillen, klappertanden

Te warm
Dilatatie
Zweten

Slide 22 - Tekstslide

Terugkomen op de leerdoelen
  • De student  kan de vitale functies benoemen

  • De student weet wat een bloeddruk is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet wat een hartslag is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet wat de ademhaling is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet wat een saturatie is en kent de achterliggende theorie

  • De student weet hoe hij de temperatuur kan meten en kent de achterliggende theorie





Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk les 2
Paragraaf 6.1.1 het hart 

Paragraaf 6.1.6 atrioventriculaire (AV kleppen) 
Paragraaf 6.1.7 de papillairspieren 
Paragraaf 6.1.8 de halve maanvormige kleppen 
Paragraaf 6.1.9 de sinusknoop 
paragraaf 6.1.10 AV knoop en bundel van His 
Ga aan de slag met de e-learning: datzaljeleren.nl / E-Xpert e-learning hart en bloedsomloop  





Slide 24 - Tekstslide