les 2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

1. Inkomen en welvaart
1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Inkomen en welvaart
1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

Slide 1 - Tekstslide

terugblik 
productiefactoren
Kapitaal 

Arbeid 

natuur

Ondernemerschap

Slide 2 - Tekstslide

terugblik
Je krijgt beloningen van de productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Rente, huur
Loon
Pacht
Winst

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Niet ieder inkomen is hetzeflde

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • het verschil uitleggen tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen

  • oorzaken noemen van inkomensverschillen.
  • uit een Lorenzcurve aflezen hoe de inkomens in een land verdeeld zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Primaire inkomens

                                Bruto of netto?
Mensen verdienen een inkomen door een productiefactor te leveren:
Inkomen uit arbeid:
Door werk, vakantiegeld, loon in natura of winst 
Inkomen uit bezit:
Rente, dividend, huuropbrengst of pacht
Dit zijn allemaal primaire inkomens

Slide 6 - Tekstslide

Secundaire inkomens
                               bruto of netto?
Sommigen krijgen ook een inkomen zonder een directe tegenprestatie te leveren. Dit zijn:
Inkomens uit overdrachten:
Zoals een WW- of bijstandsuitkering, kinderbijslag en zorgtoeslag.
Zakgeld is ook een overdrachtsinkomen.
Dit zijn allemaal secundaire inkomens

Slide 7 - Tekstslide

Besteedbaar inkomen
Het deel van je inkomen dat je vrij kunt uitgeven is het besteedbaar inkomen.

   brutoloon (afgesproken met werkgever)
- sociale premies
- loonheffing         
   nettoloon (ontvang je op je rekening)
   nettoloon
- premie ziektezorgverzekering
- andere verplichte heffingen    
  besteedbaar inkomen

Slide 8 - Tekstslide

Waarom verdient in Nederland niet iedereen evenveel?

Slide 9 - Woordweb

Verschil in inkomen
Inkomensverschillen ontstaan door:
- opleiding
- ervaring
- zwaar werk
- vraag en aanbod
- aantal uren

Slide 10 - Tekstslide

Verschil in inkomen
Modaal inkomen -> Inkomen dat het meest voorkomt. (in 2025 op €46.500 bruto per jaar. Dat is ongeveer €3.875 bruto per maand.)
Sociaal minimum -> Heb je minimaal nodig om van te leven. 
Bruto per dag (2025):

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

(De)nivellering
  • Het verkleinen van inkomensverschillen noemen we nivellering.
  • Het vergroten van inkomensverschillen noemen we denivellering.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

extra informatie en vragen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
Groeifactor
Een stijging in procenten van je loon, kan je bereken met een groeifactor.
Hoe maak je dan een groeifactor?
Groeifactor = (100 + percentage) : 100

Bij een stijging van 4 % bedraagt de groeifactor:
  • 100% + 4% = 104%
  • 104% : 100% = 1,04
Bij een daling van 5% bedraagt de groeifactor:
  • 100% - 5% = 95%
  • 95 : 100 = 0,95 (eerder een krimpfactor dus)

Slide 17 - Tekstslide

1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
Groeifactor
Waar gebruik je dat dan voor?
  • Om snel een stijging of daling uit te rekenen.
  • Bijvoorbeeld, je verdient 1.200 euro en dit stijgt met 2,3%
  • Hoeveel is je inkomen na 2,3% stijging?
  • 1.200 : 100 x 2,3 = € 27,60
  • 1.200 + 27,60 = € 1.227,60
  • Dat duurt lang!
  • 1200 x 1,023 = € 1.227,60

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de groeifactor van 6,4% stijging

Slide 19 - Open vraag

Wat is de groeifactor van 13,6% stijging

Slide 20 - Open vraag

Een daling met 17,5% = groeifactor van

Slide 21 - Open vraag

Henk heeft een inkomen van €5.600,- per maand. Hij krijgt 6% loonstijging. Hoeveel is zijn inkomen hierna? Bereken met de groeifactor.

Slide 22 - Open vraag