Formuleren deel 2

Planning leeskring 
groep 1 Hersenschimmen : 12 oktober
groep 2 Tirza : 21 oktober
Groep 3 Birk : 19 oktober
groep 4 Sonny boy : 18 oktober 
groep 5 Het diner : dalton
groep 6 De Overgave: 2 november 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Planning leeskring 
groep 1 Hersenschimmen : 12 oktober
groep 2 Tirza : 21 oktober
Groep 3 Birk : 19 oktober
groep 4 Sonny boy : 18 oktober 
groep 5 Het diner : dalton
groep 6 De Overgave: 2 november 

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren deel 2
V5C 

Slide 2 - Tekstslide

incongruentie
  • Als bij een enkelvoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm staat heet dat incongruentie.
  • Drie veel voorkomende vormen van incongruentie:
  1. meervoudig onderwerp wordt enkelvoudig aangezien of andersom 
  2. in het onderwerp wordt een enkelvoudige kern gevolgd door een meervoudige bijvoeglijke nabepaling 
  3. een meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

incongruentie
VOORBEELDEN: 
onjuist: De media schrijft bijzonder negatief over deze fabriek.
juist:       De media schrijven bijzonder negatief over deze fabriek.

onjuist: Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben een                 deeltijdbaan.
juist:      Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft een deeltijdbaan. 


Slide 5 - Tekstslide

Vul het goede woord in:
Een kudde paarden (...) in de wei van de buurman.
A
graast
B
grazen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Je onthoudt
10% van wat je leest 
20% van wat je hoort 
30% van wat je ziet 
50% van wat je hoort en ziet 
70% van wat je met anderen bespreekt 
80% van wat je evalueert en nabespreekt 
90% van wat je uitlegt aan anderen

Slide 8 - Tekstslide

foutieve samentrekking
  • samentrekking : woorddelen, woorden en zinsdelen
  • mag met 'en' en 'maar' wannneer:                                                             - betekenis                                                                                                           - de vorm                                                                                                             - grammaticale functie 

Slide 9 - Tekstslide

foutieve samentrekking
VOORBEELDEN:
onjuist: Buiten de stad wordt een sportcentrum gebouwd en zeven tennisbanen aangelegd.
juist: Buiten de stad wordt een sportcentrum gebouwd en worden zeven tennisbanen aangelegd. 

Slide 10 - Tekstslide

De koekjes waren knapperig en de taart zacht.
A
goede zin
B
foutieve samenwerking

Slide 11 - Quizvraag

Hij werd niet goed en werd naar huis gebracht.
A
goede zin
B
foutieve samentrekking

Slide 12 - Quizvraag

onjuiste inversie
  • Vaak ow voor pv. Wanneer het ow achter de pv staat heet dat inversie. 
  • Ook in samengestelde zinnen...

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

onjuiste inversie
VOORBEELDEN:
onjuist: Morgenavond gaan we in Arhnem naar 'Symphonica in Rosso' en zijn we dus pas overmorgen laat in de middag weer thuis. 

juist: Morgenavond gaan we in Arhnem naar 'Symphonica in Rosso' en we zijn dus pas naar overmorgen laat in de middag weer thuis. 

Slide 15 - Tekstslide

Het concert was uitverkocht en gingen we dus maar weer naar huis.
A
goed
B
fout
C
allebei niet
D
weet ik niet

Slide 16 - Quizvraag

geen symmetrie
Er zijn drie soorten fouten in de symmetrie: fouten in getal, fouten in voornaamwoordelijke aanduiding en fouten in grammaticale constructie.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

geen symmetrie
VOORBEELDEN:
fout is: op internet beweert men dat de landing van de Amerikanen op de maan in een studio is opgenomen, maar op het web vertellen ze wel meer onzin.
goed is: op internetbeweert men dat de landing van de Amerikanen op de maan in een studio is opgenomen, maar op het web vertelt men wel meer onzin.

Slide 19 - Tekstslide

welke zin is correct?
A
Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.
B
Men zegt dat het veel gaat regenen, maar men zegt zoveel.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

dat/als-constructie
fout is: Ik denk, dat als de minister vindt dat er te veel geweld op TV is, dat hij dan maatregelen moet nemen.
goed is: Ik denk dat de minister maatregelen moet nemen als de meerderheid van de bevolking vindt dat er te veel geweld op TV is.

fout is: De schoolleiding heeft besloten dat wanneer de leerlingen gaan staken, zij dan de lessen moeten inhalen.
goed is: De schoolleiding heeft besloten dat de leerlingen de lessen moeten inhalen als zij gaan staken.

Slide 22 - Tekstslide

dat/als-constructie
  • bijzin in het midden van de zin
  • woordgroepen:
  • soms te vermijden door: volgens mij

Slide 23 - Tekstslide

Kies de beste verbetering:
Het openbaar vervoer moet snel beter worden, omdat als er niets gebeurt, de Randstad onbereikbaar wordt.
A
Het openbaar vervoer moet snel beter worden, omdat de randstad onbereikbaar wordt, als er niks gebeurt.
B
Omdat de randstad onbereikbaar wordt, als er niks gebeurt, moet het openbaar vervoer snel beter worden.

Slide 24 - Quizvraag

Kies beste verbetering:
Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur ’s avonds moeten worden uitgezonden.
A
Ik vind dat films schokkende beelden bevatten, daarom mogen ze 's avonds voor tien uur niet uitgezonden worden.
B
Daarom vind ik als films schokkende beelden bevatten vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden
C
Daarom vind ik dat films niet voor tien uur ’s avonds moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld.
D
Als films schokkende beelden bevatten daarom mogen ze 's avonds voor tien uur niet uitgezonden worden.

Slide 25 - Quizvraag