1.3 Netwerkweergaven en topologieën

1.3 Netwerkweergaven en topologieën
Network Representations and Topologies
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 Netwerkweergaven en topologieën
Network Representations and Topologies

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet wat Topologiediagrammen zijn.
  • Je weet wat het verschil is tussen fysieke en logische topologiediagrammen.

Slide 2 - Tekstslide

Noem 3 eindapparaten (End devices)

Slide 3 - Woordweb

Noem 3 intermediaire apparaten (Intermediare Devices)

Slide 4 - Woordweb

Welke 3 netwerkmedia (Network media) zijn er ?

Slide 5 - Woordweb

Netwerkweergaven 
Netwerkarchitecten en -beheerders moeten laten zien hoe hun netwerk opgebouwd is.
Ze moeten gemakkelijk kunnen zien welke componenten verbinding maken met andere componenten, waar ze zich bevinden en hoe ze met elkaar verbonden zijn. Tekeningen van netwerken gebruiken vaak symbolen om verschillende apparaten en verbindingen waaruit het netwerk bestaat weer te geven.

Slide 6 - Tekstslide

Netwerksymbolen

Slide 7 - Tekstslide

Netwerksymbolen
Een tekening biedt een eenvoudige manier om te kunnen zien hoe in een groot netwerk apparaten verbinding maken. Dit type 'afbeelding' van een netwerk wordt een topologie­ diagram genoemd. Het vermogen om de logische weergave van de fysieke netwerkcompo­nenten te herkennen, is van cruciaal belang om de organisatie en werking van een netwerk in beeld te kunnen brengen.

Naast deze weergaven wordt een speciale terminologie gebruikt om te beschrijven hoe deze apparaten en media met elkaar verbonden zijn.
► Netwerk Interface Card (NIC) - Een NIC verbindt een eindapparaat fysiek met het netwerk.
► Fysieke poort - Een connector of uitgang van een netwerkapparaat die het medium met een eindapparaat of ander netwerkapparaat verbindt.
► Interface - Speciale poorten op een netwerkapparaat die verbinding met afzonderlijke net­ werken maken. Omdat routers verschillende netwerken met elkaar verbinden, worden de poorten van een router netwerkinterfaces genoemd.
De termen poort en interface worden vaak door elkaar gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Topologiediagrammen (Topology Diagrams)
Topologiediagrammen zijn verplichte documentatie voor iedereen die met een netwerk werkt. Ze bieden een overzicht hoe het netwerk opgebouwd is. Er bestaan twee soorten topologiediagrammen, fysiek en logisch (physical and logical).

Slide 9 - Tekstslide

Fysiek topologiediagram(Physical Topology Diagrams)
Fysieke topologiediagrammen geven de fysieke locatie van intermediaire apparaten en de kabelinstallatie weer. Je ziet dat de ruimten waarin de apparaten zich bevin­den in dit topologiediagram gelabeld zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Logisch topologiediagram (Logical Topology Diagrams)
Logische topologiediagrammen geven de apparaten, poorten en het adresschema van het netwerk weer. je ziet welke eindapparaten op welke intermediaire apparaten aangesloten zijn en welke media gebruikt worden. 


Slide 11 - Tekstslide

Lees......
1.3 Network Representations and Topologies (CCNA Intro. op Netacad)

Maak de vragen van 1.3.3. Check Your Understanding - Network Representations and Topologies. Maak een plaatje van je antwoorden en upload deze naar Canvast

Slide 12 - Tekstslide

Welk type netwerktopologie toont je welk eindapparaat met welk intermediair apparaat verbonden is en welk medium er gebruikt wordt?
A
Fysieke topologie
B
Logische topologie

Slide 13 - Quizvraag

Welk type netwerktopologie toont je de feitelijke locatie van de intermediaire apparaten en de kabelinstallatie?
A
Fysieke topologie
B
Logische topologie

Slide 14 - Quizvraag

Nu jullie....
1.3 Network Representations and Topologies (CCNA Intro. op Netacad)

Maak de vragen van 1.3.3. Check Your Understanding - Network Representations and Topologies. Maak een plaatje van je antwoorden en upload deze naar Canvas

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
1.4 Veelvoorkomende soorten netwerken (Common Types of Networks)

Slide 16 - Tekstslide