H1 - Les 2 Een netwerk met meerdere systemen

H1 - Les 2 
Een netwerk met meerdere systemen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 - Les 2 
Een netwerk met meerdere systemen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige Les

Slide 2 - Tekstslide

Met welk commando test je de connectie tussen 2 devices ?

Slide 3 - Woordweb

Welke kabel gebruik je om 2 laptops met elkaar te verbinden ?
A
Chris
B
Cross
C
Straight
D
USB

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen van deze les
  • Ik  weet wat eindapparaten zijn. 
  • Ik weet wat Intermediaire apparaten zijn en wat hun ze doen.
  • Ik weet welke  netwerkmedia er zijn.
  • Ik weet wat een MAC-adres is en hoe ik het opzoek.

Slide 5 - Tekstslide

Eindapparaten

De netwerkapparaten waarmee mensen het meest vertrouwd zijn, zijn de eindapparaten. Om het ene eindapparaat van het andere te onderscheiden, heeft elk eindapparaat in het netwerk een adres. Wanneer een eindapparaat de communicatie begint, gebruikt hij het adres van het andere eindapparaat om aan te geven waar het bericht afgeleverd moet wor­den.

Een eindapparaat is de source (bron) of de destination (bestemming) van een bericht dat via het netwerk verzonden wordt.



Slide 6 - Tekstslide

Eindapparaten

Slide 7 - Tekstslide

Intermediaire apparaten
Intermediaire apparaten verbinden de afzonderlijke eindapparaten met het netwerk. Ze kunnen meerdere individuele netwerken verbinden om een internet te vormen. Deze inter­ mediaire apparaten bieden connectiviteit en zorgen ervoor dat de data over het netwerk stromen.

Intermediaire apparaten gebruiken het adres van het eindapparaat, in combinatie met de informatie over de netwerkverbindingen, om het pad te bepalen dat berichten via het net­ werk moeten afleggen. 

Slide 8 - Tekstslide

Intermediaire apparaten
  • Draadloze router
  • LAN-switch
  •  Router
  • Multilayer switch




Slide 9 - Tekstslide

Functies Intermediaire apparaten
► Regenereren en versturen van communicatiesignalen.
► Houden informatie bij over de paden die er via het netwerk en het internet bestaan.
► Brengen andere apparaten op de hoogte van errors en communicatiefouten.
► Sturen de data langs alternatieve paden bij een verbindingsfout.
► Classificeren de berichten en versturen ze volgens hun prioriteit.
► Staan de datastroom toe of blokkeren deze op basis van de beveiligingsinstellingen.

Slide 10 - Tekstslide

Netwerkmedia
Communicatie wordt via een netwerk over een medium verzonden. Het medium biedt een kanaal waarover het bericht van de source (bron) naar de destination (bestemming) reist.

Slide 11 - Tekstslide

Netwerkmedia
Moderne netwerken gebruiken hoofdzakelijk drie soorten media om apparaten met elkaar te verbinden:
► Metalen draden in kabels - Data worden als elektrische impulsen gecodeerd.
► Glas- of kunststofvezels in kabel (fiber-optie)- Data worden in lichtpulsen gecodeerd.
► Draadloze transmissie - Data worden via modulatie van elektromagnetische golven met specifieke frequenties verzonden.

Slide 12 - Tekstslide

Netwerkmedia criteria bij kiezen
► De maximale afstand waarover het medium met succes een signaal kan versturen.
► De fysieke omgeving waarin het medium ge'installeerd wordt.
► De hoeveelheid en snelheid waarmee de data verzonden worden.
► De kosten van het medium en de installatie.

Verschillende soorten netwerkmedia hebben verschillende functies en voordelen. Niet alle netwerkmedia hebben dezelfde kenmerken, noch zijn ze allemaal voor hetzelfde doel ge­ schikt.

Slide 13 - Tekstslide

MAC Adres
Een MAC-adres is het hardware-adres van een netwerkkaart. Ze worden door de fabrikant aan de interfaces toegekend. 

MAC-adressen zijn uniek en ze worden gebruikt om op een laag twee netwerkberichten uit te wisselen

Slide 14 - Tekstslide

MAC Adres
Je zoekt het MAC adres op met het commando IPCONFIG /ALL je kijkt dan naar het Physical Adress

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
Lees opdracht 2 van hoofdstuk 1 (10 minuten)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is geen eindapparaat
A
Telefoon
B
Tablet
C
PC
D
Router

Slide 17 - Quizvraag

Welke netwerkmedia ken je ?

Slide 18 - Woordweb

Netwerkmedia
► Metalen draden in kabels 
► Glas- of kunststofvezels in kabel (fiber-optie)
► Draadloze transmissie

Slide 19 - Tekstslide

Welke Intermediaire apparaten zijn er ?

Slide 20 - Woordweb

Intermediaire apparaten
  • Draadloze router
  • LAN-switch
  •  Router
  • Multilayer switch




Slide 21 - Tekstslide

Kan je zelf een MAC-adres aanpassen?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht 
Maak opdracht 2 van hoofdstuk 1 

Slide 23 - Tekstslide