bloedgroepen en bloedtransfusie
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de namen van de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof
2 ziekteverwekker
3 antigeen
B
1 antigeen
2 ziekteverwekker
3 antistof
C
1 ziekteverwekker
2 antistof
3 antigeen
D
1 antigeen
2 antistof
3 ziekteverwekker
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom heeft een vrouw sneller blaasontsteking dan een man?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Urine wordt tijdelijk opgeslagen in de blaas. De urineblaas kan ontstoken raken, door bacteriën die van buitenaf in de blaas terecht komen. Als deze bacteriën in een nierbekken terecht komen, dan kan een nierbekkenonsteking ontstaan.
Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën achtereenvolgens van buitenaf in het nierbekken terecht gekomen?
Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën achtereenvolgens van buitenaf in het nierbekken terecht gekomen?
A
Urineblaas -> urinebuis-> urineleider -> nierbekken
B
Urineblaas -> urineleider -> urinebuis -> nierbekken
C
Urineleider -> urinebuis -> urineblaas -> nierbekken
D
Urinebuis -> urineblaas -> urineleider -> nierbekken
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
antigenen op buitenkant
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
https://schooltv.nl/video/kan-ik-van-iedereen-bloed-ontvangen-of-alleen-van-mijn-eigen-bloedgroep/playlist/119/
Thijs wil zijn bloedgroep weten.
Bij een bloedgroepentest is er bij geen enkele antistof klontering (anti-A, anti-B en anti-Resus).
Wat is Thijs zijn bloedgroep?
Bij een bloedgroepentest is er bij geen enkele antistof klontering (anti-A, anti-B en anti-Resus).
Wat is Thijs zijn bloedgroep?
A
AB+
B
AB-
C
O+
D
O-
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Karel wil zijn bloedgroep weten. Bij een bloedgroepentest is er alleen klontering bij anti-B.
Wat is Karel zijn bloedgroep?
Wat is Karel zijn bloedgroep?
A
B+
B
B-
C
A+
D
A-
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Anja heeft bloedgroep O+. Welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?
A
Alleen anti-resus
B
Alleen anti-A en anti-B
C
Zowel anti-A, anti-B als anti-resus
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
