Wat moet je doen? Maak voor de woorden 11 t/m 21 een woordposter.
Hoe moet je dit doen? Je mag in het woordenboek zoeken of op je laptop kijken.
Hoeveel tijd heb je? Tot de laatste 5 minuten van de les.
Klaar? Vertaal ook de woorden 11 t/m 21 op de woordenlijst.
Kan iedereen nu aan het werk?