Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Dag 1 - 2D
Woordenschat
Je leert vijf nieuwe woorden bij
thema 13 Vriendschap
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Basisschool
Groep 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Je leert vijf nieuwe woorden bij
thema 13 Vriendschap
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Tekstslide
aanpassen
(scheidbaar werkwoord)
doen wat andere mensen denken dat je gaat doen, ook als je zelf eigenlijk iets anders wilt doen.
werkwoord: ik pas me aan, hij paste zich aan, wij hebben ons aangepast;
zin: Ik
pas
mij vaak
aan
, aan wat vrienden leuk vinden.
zin: Je
aanpassen
aan een ander is niet altijd een goed idee.
Slide 2 - Tekstslide
de activiteit
iets waarmee je bezig bent;
alles wat je doet, is een activiteit;
zin: Na schooltijd doe ik vaak verschillende
activiteiten
, zoals koken en voetballen.
zin: Sommige mensen vinden het leuk om
een activiteit
met vrienden te doen.
Slide 3 - Tekstslide
babbelen
heel veel praten
werkwoord:
ik babbel met iedereen, hij babbelde met dat meisje, we hebben met de docent gebabbeld
zin:
Jongens babbelen graag met leuke meisjes.
zin:
Dat meisje babbelt de hele dag met haar vriendinnen.
Slide 4 - Tekstslide
het begrip
het feit dat je iemand begrijpt;
Ik heb begrip voor = ik begrijp jou
zin: Ik heb
begrip
voor jouw probleem en ik wil je er graag mee helpen.
zin: Sommige vrienden hebben geen
begrip
voor het feit dat jij niet mee wilt naar de bioscoop.
Slide 5 - Tekstslide
beoordelen
zeggen wat je van iets of iemand vindt;
een cijfer geven aan een opdracht;
werkwoord: ik beoordeel, hij beoordeelde, wij hebben beoordeeld;
zelfstandig naamwoord: de beoordeling;
een beoordeling kan goed of niet goed zijn;
Zin: De docent
beoordeelt
mijn schrijfopdracht.
Zin: Wij
beoordelen
haar kleding en zeggen of we dat leuk vinden.
Slide 6 - Tekstslide
bepaald
het is duidelijk
om wie
of
om wat
het gaat
die
ene/
diegene
bij personen
dat
ene/
datgene
bij dingen
zeker
zin: Die
bepaalde
persoon daar is mijn buurman.
zin: Het is
bepaald
niet handig om je sleutels te vergeten.
Werkwoord: Bepalen "Hij bepaalt altijd alles!!"
Slide 7 - Tekstslide
1. Het woord
bepaald
komt in een zin wanneer ...........
A
je vergeten bent om wie of om wat het gaat.
B
het duidelijk is om wie/om of om wat het gaat.
Slide 8 - Quizvraag
2. Het woord
bepaald
komt in een zin wanneer ...........
A
iets niet zeker is.
B
iets zeker is.
Slide 9 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat het betekent:
babbelen
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent :
beoordelen
A
Niet zeggen wat je van iets vindt.
B
Ergens naar kijken en doorlopen.
C
Zeggen wat je van iets vindt.
D
Samen een opdracht maken.
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent :
aanpassen
A
kleding kopen die de goede maat heeft
B
iets doen wat je zelf ook wilt en wat anderen ook willen.
C
iets doen wat jij wilt, maar je vrienden doen iets anders.
D
iets doen wat je niet wilt, maar anderen zeggen dat je het moet doen.
Slide 12 - Quizvraag
In welke zin lees je:
het begrip
A
Ik weet niet waarom je te laat bent.
B
Ik weet waarom je te laat bent. Het is wel een probleem.
C
Ik snap waarom je te laat bent, Het is geen probleem.
D
Ik begrijp niet waarom je te laat bent.
Slide 13 - Quizvraag
Welke activiteit doe jij het liefst op school?
Slide 14 - Woordweb
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 15 - Tekstslide
De docent ......... mijn toets van schrijven en geeft mij het cijfer.
Slide 16 - Open vraag
De meisjes ........................ de hele dag over van alles en nog wat.
Slide 17 - Open vraag
Het is niet goed om je ... te ..... aan wat je vrienden goed vinden.
Slide 18 - Open vraag
Ik heb .... voor jouw probleem. Ik wil je er graag mee helpen.
Slide 19 - Open vraag
Mijn vrienden en ik vinden verschillende ......... leuk om te doen in het weekend.
Slide 20 - Open vraag
Zinnen maken
Het rad draait een naam.
Zie je jouw naam?
Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Disk vriendschap - extra woorden
Februari 2024
- Les met
20 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Thema 12 Les 2 Woordenschat 1
September 2024
- Les met
20 slides
NT2
ISK
donderdag 10 maart herhalingsles
September 2022
- Les met
20 slides
Maandag 23 januari 2023
Januari 2023
- Les met
25 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
maandag 7 maart
Februari 2022
- Les met
18 slides
Maandag 30 januari 2023
Januari 2023
- Les met
26 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
leerjaar 1 Nederlands Via Vooraf H1 moeilijke woorden
September 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Maandag 18 mei 2020
Mei 2020
- Les met
50 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1