Herhaling spelling + ww-spelling H1 t/m H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Vandaag:

Wat we moeten kennen:

herhalen theorie

Wat we moeten kunnen:

oefenen met toetsvragen

Wat moet ik kennen?

De Brug: Spelling en Werkwoordspelling

Spelling H1

Werkwoordspelling H1, H2, H3

De Brug: spelling

aUW rOXy DEkkeR vaLt TIJdEns OptreDEn OP feStIVal lOWlaNdS

 

Auw! Roxy Dekker valt tijdens optreden op Lowlands.

Verkleinwoorden

- je, -kje, -pje, -tje, -etje

Let op bij:

 klinkers: auto = autootje

 afkortingen: cd = cd’tje

 korte/lange klanken: gat = gaatje

Meervoud

Voeg –en of –s toe.

Spreek je het nog goed uit?  Nee:

klok - kloken - klokken

naam - naamen - namen

dief - diefen - dieven

kaas - kaasen - kazen

De Brug: spelling

(ww) Spelling H1

Leestekens:

De man vroeg mij, nog eens langs te komen.

De man vroeg mij nog, eens langs te komen.

De man vroeg mij nog eens, langs te komen.

Gebiedende wijs

Gebruik je bij een bevel 

Altijd: begin van de zin +

Ik-vorm tt.

Pas op | Geef hier | Kijk me aan

Spelling + Werkwoordspelling H1

Werkwoordspelling 

H2

Engelse werkwoorden

Ik-vorm = hele werkwoord -en

Wij daten, ik date, hij datet

Gedeletet | Geüpdatet

Werkwoordspelling H3 

(en De Brug: werkwoordspelling)

Je schrijft nooit -DT 

(Maar wel stam+T)

Ik loop | Ik vind

Hij loopT | Hij vindT

Wij lopen  | Wij vinden

Persoonsvorm

Vind je het vervoegen van werkwoorden moeilijk?

Bladzijde 260!

Jullie zijn er klaar voor!

Welk(e) woord(en) schrijf je met een hoofdletter?

1. brugklasser
2. gelderland
3. zomer
4. noorden

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

1. dagen
2. maanden
3. steden
4. windstreken

In welke zin zijn hoofdletters juist gebruikt?

1. Gisteren heeft mevrouw Van Der Ven bij de Bakker een slagroomtaart gekocht.
2. In januari volg ik een cursus Italiaans voor beginners.
3. ’S Ochtends leest de docent altijd een gedicht voor aan de klas.
4. In zuid-Limburg kun je heerlijke asperges eten.

Engelse werkwoorden

Hij ... (timen - vt).

1. Hij timde.
2. Hij timdde.
3. Hij timete.
4. Hij timede.

(Engelse werkwoorden)
Hij (daten-vt)

1. deette
2. date
3. datede
4. datete

Engelse werkwoorden

Hij ...(rugbyen - vt).

1. Hij rugbyte.
2. Hij rugbyde.
3. Hij rugbyente.
4. Hij rugbyende.

Noteer het meervoud van cirkelzaag.

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. Kano'tje
2. Kanotje
3. Kanoo'tje
4. Kanootje

Noteer het meervoud van winkeldief.

verkleinwoorden

Wat is het verkleinwoord van baby?

1. babytje
2. babietje
3. baby'tje
4. kleine baby

Verkleinwoorden

1. skietje
2. ski'tje

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (pvtt).

Ik [...] (worden) altijd zenuwachtig van haar gegiechel.

Is de bewering juist of onjuist?

De ik-vorm schrijf je alleen als ‘ik’ het onderwerp is van de zin.

1. Juist
2. Onjuist

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (pvtt).

Misschien [...] (vinden) je het leuk om met mij naar de film te gaan.

Wat is de gebiedende wijs?

1. Wees eens rustig
2. Morgen kom je om 8 uur op school

Wat is de gebiedende wijs van: worden

1. word
2. wordt

Gebiedende wijs:

... daarmee op!

1. Hout
2. Houd
3. Hou
4. Houdt

Maak gebiedende wijs van:
Wil je normaal doen?

Welke persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) is goed geschreven?

Nederlanders […] (hechten) veel waar aan plezier op het werk.

1. hechten
2. hechtten
3. hechtte
4. hachten

Welke persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) is goed geschreven?

Wel jammer dat de conciërge je verklaring vanochtend niet […]. (geloven)

1. gelief
2. geloofte
3. gelaf
4. geloofde

Welke persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) is goed geschreven?

De wildplasser [...] (zweren) aan de agent dat hij het nooit meer zou doen.

1. zweerde
2. zweerte
3. zwoor
4. zwoer

Welke persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) is goed geschreven?

Deze vereniging [...] (strijden) al jaren voor de rechten van dieren.

1. strijdde
2. strijde
3. streed
4. streden

Leren:

De Brug: Spelling en Werkwoordspelling

Spelling H1

Werkwoordspelling H1, H2, H3