In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Rekenen aan reacties
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Paragraaf 4 van hoofdstuk 5
- Herhaling - weten jullie het nog?
De wet van massabehoud
- Berekeningen uitvoeren van massaverhoudingen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het symbool voor ijzer?
A
Ij
B
IJ
C
F
D
Fe
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de moleculaire afkorting van water?
Slide 4 - Open vraag
Hoe toon je koolstofdioxide aan?
A
Met water
B
Met kopersulfaat
C
Met kalkwater
D
Met een reagens
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de moleculaire afkorting van distikstofmonoxide
Slide 6 - Open vraag
Welke ontledingsreactie gebruik je als je iets verhit?
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
Slide 7 - Quizvraag
Welke ontledingsreactie komt er voor als zilverchloride wordt ontleedt door licht?
Slide 8 - Open vraag
Massabehoud
Als een kaars brandt, reageert het kaarsvet met zuurstof. Zowel het kaarsvet als de zuurstof verdwijnt.
Door een experiment met afgesloten flessen kan geconstateerd worden dat de massa nooit verdwijnt in een chemische reactie.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Massabehoud
De wet van behoud van massa:
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten
Slide 12 - Tekstslide
Montroydiet
Zuurstof werd voor het eerst aangetoond door montroydiet te ontleden.
2 HgO -> 2 Hg + O2
Als je 27 g HgO ontleedt, ontstaat 25 g Hg en 2 g O2.
Hoeveel totale massa voor en na de pijl?
Slide 13 - Tekstslide
Massaverhouding
2 HgO -> 2 Hg + O2
27 g -> 25 g + 2 g
27 : 25 : 2
Bereken hoeveel zuurstof & montroydiet je krijgt als je 100 gram Hg hebt.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Gassen
De massa van een gas is lastig om te meten.
Staalwol kan je verhitten en reageert dan met zuurstof.
De massa wordt groter, dit komt doordat het Fe samen in gaat met O.
Slide 16 - Tekstslide
Staalwol
4 Fe + 3 O2 --> 2 Fe2O3
7 : 3 : 10
Slide 17 - Tekstslide
Opgave
- Bereken aan de hand van de massaverhouding hoeveel ijzeroxide er ontstaat als je 35 gram ijzer hebt.
- Bereken daarnaast hoeveel zuurstof daarbij nodig is.
Slide 18 - Tekstslide
wat is de afkorting van Magnesium
A
M
B
Mg
C
Ma
D
MA
Slide 19 - Quizvraag
Einde paragraaf 3
Opgaven uit het boek maken of oefenen aan reactievergelijkingen!
Slide 20 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
- Er zijn 3 onderdelen die we gaan uitvoeren deze les
- Paragraaf 4 van hoofdstuk 5
- Enquete invullen over de dalton uren
- Mogelijke toets vragen uitwerken/bespreken
Slide 21 - Tekstslide
Broeikaseffect
- Drie soorten broeikasgassen
- Hoe ontstaat een versterkt broeikaseffect
- De effecten van broeikaseffect
- Wat zijn de maatregelen om het te verkleinen
Slide 22 - Tekstslide
Wat weet je van broeikasgassen?
Slide 23 - Woordweb
Benzine verbranden
Een autotank kan ongeveer 40 L benzine hebben. Omgerekend is dat 28 kg.
Welke stof wordt hier uitgestoten?
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de afkorting van Benzine?
A
B
B
C2H4U4
C
C8H18
D
CH4
Slide 25 - Quizvraag
Welke stof wordt er bij verbranding van benzine uitgestoten?
A
Waterstof
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Stikstof
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Broeikasgas
Koolstofdioxide is in de laatste eeuw enorm veel gemaakt door de mens. De fabrieken stoten veel uit. Het wordt ook gemeten en het is duidelijk te zien dat er een stijging in zit.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Welke CO2 uitstoter ken je?
Slide 30 - Woordweb
Fossiele brandstoffen
Benzine, aardgas, aardolie en steenkool zijn fossiele brandstoffen.
De stoffen worden uit de aarde gehaald en zijn organische stoffen.
Slide 31 - Tekstslide
Is lachgas ook een broeikasgas?
A
Ja
B
Nee
Slide 32 - Quizvraag
Methaan en lachgas
Methaan en lachgas zijn ook gassen die het broeikaseffect versterken.
Methaan komt vooral door verteringsprocessen. Door koeien komt er veel methaan in de lucht.
Lachgas komt vrij als afvalproduct in de chemische industrie.
Slide 33 - Tekstslide
Bedenk een gevolg voor de aarde van het versterkte broeikaseffect
Slide 34 - Woordweb
Maatregelen
We moeten minder CO2 uitstoten. Er zijn een aantal manieren om dat te doen;
- Verwarming
- Elektriciteit
- Landbouw (veeteelt)
- Transport
- Industrie
Slide 35 - Tekstslide
Welke maatregel zou jij vandaag nog kunnen aanpassen?
Slide 36 - Woordweb
Einde les
Het is nu tijd voor de enquete! de link:
https://www.survio.com/survey/d/I8R5W8Y9L1B0N5A4P
Ben je klaar met de enquete? Maak een begin aan de opgaven.