Gerund

Gerund
In this LessonUp we are going to practise using the gerund. First watch two videos (Watch them without sound if you don't have headphones with you.)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gerund
In this LessonUp we are going to practise using the gerund. First watch two videos (Watch them without sound if you don't have headphones with you.)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Gerund
De gerund is een vorm van het werkwoord (stam + ing) die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord.
Deze wordt gebruikt:

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Gerund?
a Als onderwerp:   Swimming is fun
b Na voorzetsels (about, in, off, at, of, without, by, before):
   He left without paying
c Na bepaalde uitdrukkingen (it's no use, it's no good, can't help, can’t stand)
   It's no use arguing
d Na de werkwoorden:  give up, go on, mind, fancy, finish, quit, suggest.  
    I enjoy going to the seaside

Slide 5 - Tekstslide

Je gebruikt de gerund ook na werkwoorden zoals like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop wanneer het gaat over iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet:
I like swimming.
Harriet enjoys reading.
We don't prefer kayaking over canoeing.

Slide 6 - Tekstslide

to-infinitive
In alle andere gevallen gebruik je een zogeheten infinitief (to + hele werkwoord) na de genoemde werkwoorden like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop:
I would love to swim.
He hates to tell you it won't happen.

Slide 7 - Tekstslide

Remember

Als je na het werkwoord remember een gerund gebruikt, verwijs je naar het verleden. Gebruik je een infinitive, dan moet het nog gebeuren.
Remember fishing on the lake, those were good times!
Remember to walk the dog when you get home.






  I clearly remember telling him this. 
Ik herinner me nog duidelijk dat ik hem dit heb verteld.
 I must remember to phone him. 
Ik moet niet vergeten hem nog bellen.

Slide 8 - Tekstslide

She delayed ...
(get) out of bed.
A
to get
B
getting

Slide 9 - Quizvraag

He demanded ... (speak) to the manager.
A
to speak
B
speaking

Slide 10 - Quizvraag

I offered ... (help).
A
to help
B
helping

Slide 11 - Quizvraag

I miss ... (go) to the beach.
A
to go
B
going

Slide 12 - Quizvraag

I'd hate ... (arrive) too late.
A
to arrive
B
arriving

Slide 13 - Quizvraag

I chose ... (work) here.
A
to work
B
working

Slide 14 - Quizvraag

A Gerund is...
A
I'm afraid smoking isn't allowed.
B
I love smoking outside.
C
I was smoking a cigarette.
D
That girl is smoking hot!

Slide 15 - Quizvraag

This is going to be
A
easy
B
not so easy
C
not too difficult
D
difficult

Slide 16 - Quizvraag

Next slides
The next slides contain links to extra practice. There are 6 slides with links. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

The end

Slide 24 - Tekstslide