Examen werkruimtes klaarzetten MEWV

 Ruimtes inrichten
Doelen:
1. Je richt een ruimte in
- Je zorgt dat de ruimte netjes en schoon is
- Je kent de vergaderopstelling en kunt deze toepassen
- Je plaatst apparatuur en zet die aan (beamer, laptop, flip-over)
- Je zet koffie en thee klaar
Je ruimt op en maakt schoon na afloop. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

 Ruimtes inrichten
Doelen:
1. Je richt een ruimte in
- Je zorgt dat de ruimte netjes en schoon is
- Je kent de vergaderopstelling en kunt deze toepassen
- Je plaatst apparatuur en zet die aan (beamer, laptop, flip-over)
- Je zet koffie en thee klaar
Je ruimt op en maakt schoon na afloop. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
Maak een plan voor deze les. Houdt rekening met: 
1. Vul het hulpformulier in
Opdracht
Vergadering voor 15 personen, met beamer, in U opstelling, met koffie en thee en notitieboekjes.

 Nabespreken opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan:
Inrichten van ruimtes?

Slide 4 - Woordweb

Welke tafelopstelling is dit? 

Slide 5 - Tekstslide

Welke tafelopstelling stond op de vorige slide?
A
U-vorm opstelling
B
T-vorm opstelling
C
Theateropstelling
D
Klasopstelling

Slide 6 - Quizvraag

Welke tafelopstelling is dit? 

Slide 7 - Tekstslide

Welke tafelopstelling stond op de vorige slide?
A
U-vorm opstelling
B
T-vorm opstelling
C
Klasopstelling
D
Theater opstelling

Slide 8 - Quizvraag

Welke tafelopstelling is dit? 

Slide 9 - Tekstslide

Welke tafelopstelling stond op de vorige slide?
A
U-vorm opstelling
B
T-vorm opstelling
C
Theateropstelling
D
Klasopstelling

Slide 10 - Quizvraag

Welke tafelopstelling is dit? 

Slide 11 - Tekstslide

Welke tafelopstelling stond op de vorige slide?
A
U-vorm opstelling
B
T-vorm opstelling
C
Theateropstelling
D
Klasopstelling

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Na gebruik ruimte
schoonmaken.
Wat moet je doen?

Slide 15 - Woordweb