In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leg uit waardoor de wind in Nederland vaak uit het zuidwesten waait.
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk het filmpje over zeestromen op de volgende slide.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Gebruik voor het beantwoorden van de volgende vragen GB 55, kaartblad 244: De aarde Klimaatgebieden / zeestromen
Slide 7 - Tekstslide
De Golfstroom vanuit het Caribisch gebied zorgt voor een koude zeestroom naar Noordwest-Europa.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Door de invloed van de Golfstroom is het in Nederland in de winter ...
A
minder koud
B
kouder
Slide 9 - Quizvraag
De Labradorstroom is een koude zeestroom die zorgt voor een koud klimaat aan de oostkust van Canada.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Leg uit waardoor de haven van Narvik (Noorwegen) in de winter niet dichtvriest en de haven van Goose bay in Canada wel.
Slide 11 - Open vraag
Waardoor komen er woestijnen voor aan de westkust van Zuid-Amerika, Noord- en Zuid-Afrika?
Slide 12 - Open vraag
Op welke breedtegraad liggen de subtropen?
A
0 graden
B
30 graden NB en ZB
C
60 graden NB en ZB
Slide 13 - Quizvraag
Bekijk het filmpje over thermohaliene circulatie op de volgende slide.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat is waar over Thermohaliene circulatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Door de thermohaliene circulatie is het klimaat in Europa gematigd
B
Aangedreven door verschillen in dichtheden van oceaanwater door zout en watertemperatuur
C
De thermohaliene circulatie heeft een belangrijk aandeel in de wereldwijde warmtetransport
D
Wetenschappers vrezen dat door afsmelten van noordpoolijs de diepwaterpomp stil kan vallen
Slide 19 - Quizvraag
Wat drijft de thermohaliene circulatie aan?
A
convectiestromen
B
de wind
C
verschillen in zoutgehalte en temperatuur van het zeewater
D
verschillen in zoutgehalte van het zeewater
Slide 20 - Quizvraag
De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie
Slide 21 - Quizvraag
Waardoor wordt de diepwaterpomp aangestuurd?
A
Koud water
B
Warm water
C
Koud en zout water
D
Warm en zout water
Slide 22 - Quizvraag
Leg uit waardoor het voor de temperatuur op aarde belangrijk is dat de enorme ijskap op Antarctica blijft bestaan. Gebruik in je antwoord het albedo-effect.