Gedragsproblematieken

                        Gedragsproblematieken
Susan Raben
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBO

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

                        Gedragsproblematieken
Susan Raben

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Interesse opwekken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In elke groep is er diversiteit...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diversiteit?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Diversiteit
Kinderen verschillen in geslacht, karakter, culturele achtergrond en gezinssituatie.
Daarnaast verschillen kinderen ook in hun ontwikkeling, leermogelijkheden en gedrag.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Taak ped. medewerker:
goed kijken, observeren zodat je eventuele (beginnende problemen) signaleert en mogelijke oorzaken ontdekt.



Bij sommige problemen: 
een actieve rol in de begeleiding, 
andere zaken moet je aan deskundigen overlaten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 8 - Video

Stoppen rond 1 minuut.
Opvallend gedrag?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opvallend gedrag:
Gedrag dat opvalt; doordat het afwijkt van het verwachte gedrag van kinderen in een bepaalde ontwikkelings- en leeftijdsfase.

  • wanneer komt het voor?
  • is het tijdelijk/voortdurend?
  • heeft het kind er last van? of anderen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opvallend gedrag heeft vaak te maken met de sociaal-emotionele ontwikkeling: het kind heeft moeite om bepaalde emoties (bijv. boosheid) om te gaan of contacten met anderen verlopen moeizaam.

Opvallend gedrag kan samengaan met een ontwikkelingsachterstand of leerprobleem, maar dat hoeft niet.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende vormen van opvallend gedrag:
  • druk gedrag
  • opstandig gedrag
  • grensoverschrijdend gedrag
  • teruggetrokken gedrag
  • onverschillig gedrag
  • oneerlijk gedrag
  • angstig gedrag
  • dromerig gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk gedrag:
Druk gedrag wordt opvallend genoemd als het (vrijwel) altijd aanwezig is, het storend is voor het kind zelf of voor anderen en niet past bij de leeftijdsfase van het kind.

Kenmerken:
  • onrustig bewegen met handen en voeten, friemelen en heen en weer wiebelen.
  • moeite met stilzitten wanneer nodig
  • aan een stuk doorpraten
  • moeite hebben om rustig te spelen.
  • moeite met opvolgen van aanwijzingen of opdrachten van anderen
  • verstoren van bezigheden van anderen
  • niet op de beurt kunnen wachten
  • geen gevaar zien
  • vaak kleine ongelukjes hebben

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstandig gedrag:
Als een kind langdurig boos en opstandig gedrag laat zien. Het lukt een kind dan niet om zelf uit zijn negatieve bui te komen.

Kenmerken:
  • driftbuien
  • vaak ruzie met volwassenen en kinderen
  • weigeren om zich te voegen naar regels
  • anderen irriteren
  • prikkelbaar gedrag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grensoverschrijdend gedrag:
Dit gedrag gaat een bepaalde grens over en richt daarbij schade aan bij de persoon op wie het gedrag gericht is (lichamelijke en geestelijke mishandeling en seksueel misbruik).
Het gedrag lijkt soms op opstandig gedrag maar het is heel duidelijk tegen een ander gericht en wordt er met opzet schade aangericht.

 Grensoverschrijdend gedrag komt niet alleen voor tussen kinderen, maar kan ook op andere manieren. Bijv. medewerker/kind, jijzelf/ouder (protocol).



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teruggetrokken gedrag:
verlegen, niet zo uitbundig, niet alle aandacht op hen.
Belangrijk: heeft het kind er zelf last van?
Gevaar van sociaal isolement.

Teruggetrokken gedrag kan ook plotseling ontstaan bijv. na scheiding ouders. Soms ook op niet alle plekken hetzelfde gedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onverschillig gedrag:
Als een kind altijd min of meer dezelfde reactie op zijn gezicht heeft als er wat gebeurt.
Kan echt zijn (bij gebrek aan gevoel) of een houding (verzet)

Reden tot zorg wanneer het samengaat met ander negatief gedrag.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oneerlijk gedrag:
wanneer het kind er anderen mee schaadt (geen leugentjes om bestwil). 

Als er vaker wordt gelogen. Dit kan omdat de waarheid te naar is om te accepteren. Als het kind expres dingen zegt die niet waar zijn of dingen doet waar anderen last van hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angstig gedrag:
Opvallend gedrag heeft vaak met angst te maken;
waarom agressief gedrag? Misschien omdat het zelf bang is dat hem/haar zelf iets naars overkomt. Waarom teruggetrokken gedrag? Misschien bang voor oordeel van anderen.
Angstig gedrag is zorgelijk als het overheersend wordt en de ontwikkeling gevaar loopt.

Faalangst: sommige kinderen zijn zo bang om fouten te maken dat het hun ontwikkeling bedreigt.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dromerig gedrag:
Valt minder op, is niet storend voor de rest.

Het wordt opvallend wanneer een kind dit gedrag bijna altijd laat zien. 
Het richt zich dan op iets anders dan verwacht wordt. Hierdoor kan het kind achter raken.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies