H.11 Ontbinden in factoren &11.3, &11.4, &11.5

H.11 Ontbinden in factoren
Week 2


Voorkennis
&.11.3 drietermen
&11.4. AxB
&11.5. Kwadratische vergelijkingen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

H.11 Ontbinden in factoren
Week 2


Voorkennis
&.11.3 drietermen
&11.4. AxB
&11.5. Kwadratische vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ontbind de tweeterm in de formule in factoren:


Welke gemeenschappelijk factor
kun je hier buiten haakjes halen?
y=4x214x
A
2
B
4
C
x
D
2x

Slide 3 - Quizvraag

Ontbind
n=a2+7a=..

Slide 4 - Open vraag

&11.3 Ontbinden van drietermen
Leerdoel:
Je leert hoe je een drieterm ontbindt in factoren.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Ontbind de drieterm in factoren:



y=x2+7x+12=
A
(x + 2)(x + 6)
B
(x + 3)(x + 4)
C
(x + 1)(x + 12)
D
(x + 2)(x + 5)

Slide 8 - Quizvraag

Ontbind de drieterm in factoren:



y=x26x+8=
A
(x - 2)(x - 4)
B
(x - 2)(x + 4)
C
(x + 2)( x - 4)
D
(x + 2)(x + 4)

Slide 9 - Quizvraag

Ontbind de drieterm in factoren:



y=x2+4x12=
A
(x + 2)(x + 6)
B
(x - 2)(x - 6)
C
(x + 2)(x - 6)
D
(x - 2)(x + 6)

Slide 10 - Quizvraag

&11.4   A x B = 0
Leerdoelen
Je leert hoe je met ontbinden in factoren een vergelijking oplost.
Je leert hoe je de snijpunten van een parabool met de horizontale as vindt.


Slide 11 - Tekstslide

Iets x 0 is altijd 0
Dus: Het product van twee factoren is nul
als ten minste een van de factoren nul is.

Wanneer een vergelijking geschreven is in de vorm A x B=0,
dan kun je de oplossing vinden door
de vergelijkingen A=0 en de vergelijking B=0 op te lossen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen:
Als je de vergelijking 2x (x - 3)=0 moet oplossen,
dan geldt: 2x = 0 of x - 3 = 0
De oplossing wordt dus:
A
x = 2 of x = 3
B
x = 2 of x = -3
C
x = 0 of x = 3
D
x = 0 of x = -3

Slide 14 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op:
3k ( k + 4) = 0

A
k = 3 of k = 4
B
k = 3 of k = -4
C
k = 0 of k = 4
D
k = 0 of k = -4

Slide 15 - Quizvraag

Los de vergelijking op:
(2m - 4) (m + 7) = 0
dan geldt: 2m - 4 = 0 of m + 7 = 0
de oplossing wordt dus:
A
m = -2 of m = -7
B
m = 2 of m = -7
C
m = -2 of m = 7
D
m = 2 of m = 7

Slide 16 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op:
(x + 2) (x - 7) = 0
A
x = 2 of x = 7
B
x = 2 of x = -7
C
x = -2 of x = 7
D
x = -2 of x = -7

Slide 17 - Quizvraag

11-5 Kwadratische  vergelijkingen
Je leert hoe je kwadratische vergelijking oplost.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Geef bij elke vergelijking aan hoe je deze het beste kunt oplossen. Sleep je antwoord daar naar toe.
Bordjes methode
Ontbinden drieterm
Ontbinden tweeterm

Slide 21 - Sleepvraag

Maak opdrachten uit het boek:

&11.3
&11.4
&11.5




Slide 22 - Tekstslide

Kijk de opdrachten na.

Maak je nog fouten?
Kijk nog een keer naar de uitlegfilmpjes en probeer de opdrachten nog een keer!


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video