Maw les 4

Pluriformiteit in kranten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pluriformiteit in kranten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Uitleg pluriformiteit in kranten
Bezig met de opdrachten
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik...
  1. Aangeven wat de verschillen tussen de kranten zijn.
  2. Uitleggen hoe je kan herkennen dat het een populaire- of kwaliteitskrant is.

Slide 3 - Tekstslide

Landelijk of regionaal
Landelijke dagbladen: publiceren internationaal en nationaal nieuws die voor alle Nederlanders van belang zijn.

Regionale dagbladen: Geven nationaal, internationaal en nieuws over een bepaalde regio. Nationaal en internationaal komen minder uitgebreid aan bod. 

Slide 4 - Tekstslide

Ochtend of avond
Ochtendblad of middagblad: Geeft nieuws van de hele vorige dag. (komt in de ochtend)

Avondblad: Brengt actueler nieuws van de vorige dag maar ook dezelfde dag. (Komt in de avond)

Slide 5 - Tekstslide

Populaire kranten
Populaire kranten richten zich op een breed publiek; korte artikelen; eenvoudig taalgebruik; veel sport en sensationeel nieuws. 

Slide 6 - Tekstslide

Kwaliteitskranten
Kwaliteitskranten besteden vooral aandacht aan serieus nieuws en schrijven over de achtergrond van gebeurtenissen. Lezers zijn (vaker) hoger opgeleid; minder sensatienieuws.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende informatie
Beleidsinformatie: Nieuwsfeiten, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. (Binnenlandse en buitenlandse politiek)
Human-interest: Artikelen en stukjes over alledaagse of bijzondere mensen en gebeurtenissen.
Verstrooiing: Doel dat mensen zich geestelijk kunnen ontspannen.
Praktische informatie: Informatie die van direct praktisch nut voor de lezer is.
Opinie: Redactioneel commentaar op nieuws en andere opinierende artikelen.
Advertenties: Reclames (blokjes tekst met foto's)

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Ga verder met de werkwijzer.
 Lees de teksten goed door. 


Slide 10 - Tekstslide