H1 Grammatica woordsoorten, 19-09-19

Welkom


Pak je leesboek, boek, schrift en pen erbij, dan kunnen we snel beginnen :)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom


Pak je leesboek, boek, schrift en pen erbij, dan kunnen we snel beginnen :)

Slide 1 - Tekstslide

Tien minuten lezen, in stilte.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
12.40 - 12.50 Lezen 
12.50 - 13.15 Zelfstandig werken
13.15 - 13.25 Raadgedicht  

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 (blz. 77 t/m 79)
Hoe? Je mag  zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt tot het einde van de les om deze opdracht te maken
Klaar? Ga lezen in je leesboek OF lees de theorie op blz. 

Huiswerk voor maandag het 4e uur: 1, 2, 3, 4, en 5 (blz. 77 t/m 79)

Slide 4 - Tekstslide

Afsluiting
- Maandag het 4e uur weer les, zorg ervoor dat je opdracht 1/tm 5 af hebt. 

- raadgedicht 
https://raadgedicht.nl/rian-visser-lichaamsdelen-te-koop/




Slide 5 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp
Een basiszin bestaat uit tenminste twee delen: Een onderwerp en een gezegde. Bijvoorbeed: Sam loopt.

Bij sommige werkwoorden moet er nog wat bij. Bijvoorbeeld bij: Sam houdt.
Sam houdt van gamen. Het vaste voorzetsel dat bij houden hoort is van, je kunt het niet vervangen voor een ander voorzetsel.
Sam houdt met gamen, Sam houdt voor gamen etc --> is fout. 

In de zin Sam houdt van gamen, is van gamen het vzv. 


Slide 6 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp
Zoals het woord al zegt, begint het vzv altijd met een voorzetsel. Dit voorzetsel hoort dus bij het werkwoord. Als je dit voorzetsel kan vervangen, is het geen vzv maar een bijwoordelijke bepaling! Daarnaast geeft de bwb met een voorzetsel vaak een plaats aan, hieraan kun je het ook herkennen dat het om een bwb gaat en niet een vzv!

De jas hangt aan de deur. De jas hangt voor de deur. De jas hangt naast de deur. (Je kan aan vervangen door voor en naast, dus in deze zin is aan de deur een bwb)!

Het publiek hangt aan zijn lippen. Je kan het voorzetsel niet met een ander voorzetsel vervangen, dus is het een vzv. Het voorzetselvoorwerp is dan: aan zijn lippen

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen
Noteer het vzv of de bwb uit de onderstaande zinnen. 

1. Ik waarschuwde haar voor de gevolgen.
2. Ik verlang nu alweer naar de herfstvakantie.
3. Hij stond voor een gesloten deur.
4. Hij wacht op het schoolplein. 
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

De zinsdelen die we tot nu toe hebben gehad


wwg - ow - lv - mv - bwb - bvb - bijst.

Daar komt nu bij: vzv (voorzetselvoorwerp) 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig nakijken
Opdracht 12, 15, 16, 17 nakijken (blz. 22 t/m 27)

  • Kijk na met een andere kleur pen
  • Zet een krul als je het antwoord goed hebt
  • Verbeter je antwoord als je het fout hebt
  • Steek je vinger op als je een vraag hebt over jouw antwoord
  • Klaar? Maak opdracht 1, 2 en 3 (blz. 77 en 78)

Slide 10 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten

Slide 11 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
Wederkerig voornaamwoord
 is elkaar

Slide 12 - Tekstslide

Wederkerende voornaamwoorden

Wederkerende voornaamwoorden komen altijd voor met een wederkerend werkwoord. 

Voorbeelden van zulke werkwoorden zijn: schamen en vergissen.
Ik vergis me, ik schaam me

Hoeveel van zulke werkwoorden kan jij bedenken in twee minuten?

LET OP: Irriteren en beseffen zijn geen wederkerende werkwoorden. Ik irriteer me en ik besef me is onjuist!
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen
Schrijf alle persoonlijke, bezittelijke, wederkerende en wederkerige  voornaamwoorden op. Schrijf er ook achter welk voornaamwoord het is. 

1. Ik erger me aan die vreselijke stem van haar. 
2. Hij heeft ervoor gezorgd dat zij elkaar weer vaker zien.
3. De man verslikte zich in een slok koffie.
4. Hij heeft ons verslag nog niet doorgelezen.
5. Mijn docent geeft ons veel vaker onverwachte toetsen dan die van jullie. 
timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide