bijv.nw + ww

SP1A - woensdag 30 maart







Hoe was het skiën?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

SP1A - woensdag 30 maart







Hoe was het skiën?

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Opening
  2. Lesdoelen bespreken
  3. Uitleg taalverzorging H5
  4. Aan de slag met de opdrachten
  5. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

LESDOELEN
Lesstof:
- Kader: je leert over bijvoeglijke naamwoorden.
- Basis: je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Hele les:
- Je steekt je vinger op als je een vraag hebt.
- Je praat niet door elkaar en door mij heen.



Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

- Wat is een lidwoord ook alweer?

- Wat is een zelfstandig naamwoord ook alweer?





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Startopdracht
Stel jij werkt op de markt en jij wilt het product hieronder verkopen. Wat zou jij kunnen zeggen om het product aantrekkelijk te maken voor je kopers? 

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen - wat is het bijvoeglijk naamwoord?
1. De rode auto staat in de straat.

2. De grappige man loopt in de supermarkt.

3. De mooie bloemen heb ik gekocht bij het kleine bloemenkraampje.

4. Mijn gouden ring heb ik gister weer gevonden.

5. Het lieve kind heeft bruin haar en blauwe ogen. 

Slide 7 - Tekstslide


ZIJN ER NOG VRAGEN OVER HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD?

Slide 8 - Tekstslide


Aan de slag!




Taalverzorging H5
KADER gaat nu aan de slag met opdracht 1, 2, 3 en 5 op bladzijde 140 + 141. Jullie doen dit in stilte! 

BASIS krijgt nu uitleg over de verleden tijd van zwakke werkwoorden. 
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Terugblik
- Wat is een werkwoord ook alweer?

- Wat is het verschil tussen de tegenwoordige en de verleden tijd?

- Wat is het verschil tussen een zwak en sterk werkwoord?

Voorbeeld:
Ik loop --> ik liep
Ik fiets --> ik fietste




Slide 10 - Tekstslide

TIP: maak het woord 
langer als je twijfelt
tussen -de(n) of -te(n).

Voorbeeld:
Ik speel -> ik speelde
Ik kook -> ik kookte

Slide 11 - Tekstslide

Startopdracht
Wat is het verschil tussen de zinnen links en rechts?

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen - zet de werkwoorden in de verleden tijd
1. Wij .......................................................................................... (aaien).

2. Hij .......................................................................................... (bakken).

3. Jullie ...................................................................................... (klappen).

4. Wij .......................................................................................... (luisteren).

5. Jij ........................................................................................... (dansen).

Slide 13 - Tekstslide


ZIJN ER NOG VRAGEN OVER DE VERLEDEN TIJD VAN ZWAKKE WERKWOORDEN?

Slide 14 - Tekstslide


Aan de slag!




Taalverzorging H5
Aan de slag:
Basis -> opdracht 1, 2, 3 en 5 op bladzijde 184 t/m 186.
Kader -> opdracht 1, 2, 3 en 5 op bladzijde 140 + 141. 

Klaar?
- Oefen op www.cambiumned.nl
- Ga aan de slag voor een ander vak
- Doe iets voor jezelf in stilte.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Lesstof:
- Kader: je leert over bijvoeglijke naamwoorden.
- Basis: je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Hele les:
- Je steekt je vinger op als je een vraag hebt.
- Je praat niet door elkaar en door mij heen.

Slide 16 - Tekstslide

Volgende week
Maandag: de les valt uit.

Dinsdag: herhaling woordenschat H5 

Woensdag: herhaling taalverzorging H5

Slide 17 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 18 - Tekstslide


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept

Slide 19 - Quizvraag


Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren

Slide 20 - Quizvraag

Tekst
Informeren

Uitleggen

Amuseren
Nieuwsbericht
Stripverhaal
Studietekst
Handleiding
Verhaal

Slide 21 - Sleepvraag