Les 8 Temperatuur meten MAVO2
1 / 31
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Lees de thermometer bij a) zo nauwkeurig mogelijk af.
Slide 7 - Open vraag
Lees de thermometer bij b) zo nauwkeurig mogelijk af.
Slide 8 - Open vraag
Lees de thermometer bij c) zo nauwkeurig mogelijk af.
Slide 9 - Open vraag
Lees de thermometer bij d) zo nauwkeurig mogelijk af.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
De vloeistof in een vloeistofthermometer krimpt als de temperatuur:
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 12 - Quizvraag
dichtheid = massa / volume
Als een stof uitzet, dan wordt de dichtheid:
Als een stof uitzet, dan wordt de dichtheid:
A
Groter
B
Kleiner
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
In een oven kan de temperatuur stijgen tot boven 200 °C. Om de temperatuur in deze oven te meten, gebruik je thermometer:
A
B
C
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Het reservoir van een vloeistofthermometer is gevuld met:
A
Water
B
Alcohol
C
Kwik
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling
Slide 20 - Quizvraag
In het dagelijks leven wordt de temperatuurschaal gebruikt van:
Slide 21 - Open vraag
Deze schaal gaat uit van twee vaste punten:
0 °C de temperatuur van:
0 °C de temperatuur van:
Slide 22 - Open vraag
Deze schaal gaat uit van twee vaste punten:
100 °C de temperatuur van:
100 °C de temperatuur van:
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Een thermogram van een passagier: Welk lichaamsdeel heeft de laagste temperatuur?
A
de wangen
B
de neus
C
het voorhoofd
D
de ogen
