Di 10 okt Woordsoortbenoeming

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Di 10 okt Woordsoortbenoeming

woordbenoemen

Grammatica

Bij grammatica ontleden we zinnen. Bij taalkundig ontleden benoem je alle woorden in een zin. Wij noemen dat de woordbenoemen. Denk aan de woordsoorten lidwoord, werkwoord, bijwoord, voorzetsel, ...

Bij redekundig ontleden benoem je delen van een zin. Wij noemen dat zinsdelen ontleden. Denk aan onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp.

Deze les gaat over woordsoorten.

Woordbenoemen

Lw , Znw, ,Bnw, VZ

Zelfstandige  ww en Koppel WW

Hulp werkwoorden

Voornaamwoorden

Bijwoord

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?

Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 

hoef je te gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Aan

het

water

zat

een

slaperige

visser.

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

De

kabouter

zit

op

een

paddenstoel

grote

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Voorzetsel

De

dj

draait

op

het

festival

zelfstandignaamwoord

voorzetsel

bijvoeglijknaamwoord

Welke woordsoort is achter? 

Welke woordsoort is groot?

Welke woordsoort is lamp?

zelfstandignaamwoord

voorzetsel

bijvoeglijknaamwoord

Welke woordsoort is boven? 

Welke woordsoort is klein?

Welke woordsoort is kaars?

Wat hoort er bij zinsontleding en wat bij woordsoorten?

lw

zww

pv

vz

wg

zinsontleding

woordsoorten 

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 

hoef je te gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Op

maandag

zit

Naomi

aan

de

kassa.

Sleep de kenmerken van de woordsoorten naar de juiste woordsoort.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.

Heeft meestal een enkelvoud en een meervoud.

Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.

Je kunt er meestal 'de', 'het' of 'een' voor zetten.

Een eigennaam is een vorm van deze woordsoort.

Deze woordsoort zegt iets over het ZN.

Deze woordsoort staat meestal vóór het ZN.

Er bestaat ook een stoffelijke variant van deze woordsoort.

Persoonlijk voornaamwoord

Geen persoonlijk voornaamwoord

Het boek is van mij

Mijn speelgoed

Hun tassen

Ik schrijf hun een brief

Jouw zus

De hond is van jou

Persoonlijk voornaamwoord

Geen persoonlijk voornaamwoord

De fiets is van haar

Haar fiets

Onze koekjes

Zij geeft ons een taart

Zijn computer

De tas is van hem

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden uit de zin.

Persoonlijk voornaamwoord

Hij

leest

ons

een

paar

gedichten

voor.

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden uit de zin.

Persoonlijk voornaamwoord

Ze

zijn

door

hem

geschreven

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden uit de zin.

Persoonlijk voornaamwoord

Ik

snap

niet

alle

woorden

die

hij

zegt.

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden uit de zin.

Persoonlijk voornaamwoord

Maar

ze

treffen

mij

als

kleine

pijlen

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden uit de zin.

Persoonlijk voornaamwoord

Graag

geef

ik

jou

zijn

boek

cadeau.

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden uit de zin.

Persoonlijk voornaamwoord

Het

heeft

als

titel

hou

van

mij.

Huiswerk voor do 12 okt

Maken opdr. 5 en 6.

Woordsoortbenoeming blz. 81