Tekstdoelen en betoog

Hoofdstuk 3: Lezen
Het betoog
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Lezen
Het betoog

Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt
dat je weet hoe je iets moet doen
je overhalen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd
recept, gebruiksaanwijzing
reclametekst, uitnodiging
betoog, ingezonden brief, recentie
verhaal, leesboek, strip

Slide 2 - Tekstslide

Een feit is iets wat werkelijk zo is of wat werkelijk gebeurd is.
Voorbeelden: * De zon schijnt vandaag.
                          * Gisteren ben ik naar de film geweest.

Een mening is wat een persoon ergens van vindt.
Voorbeelden: * Het is vandaag lekker weer.
                          * Ik vond de film erg spannend.

Andere woorden voor "mening" zijn: standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

Een mening leg je uit met argumenten.

Slide 3 - Tekstslide

Definitie betoog
Een betoog is een verdediging van een standpunt met het benadrukken van argumenten en ontkrachten van tegenargumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdrachten: 1 t/m 7 (blz. 24 t/m 29)
Beantwoord de vragen in je werkboek.

* let op je spelling, zinsbouw en handschrift

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken: 1 t/m 7 (blz. 24 t/m 29)
Verbeter je antwoorden in je werkboek.

* let op je spelling, zinsbouw en handschrift

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten: 8 t/m 13 (blz. 29 t/m 33)
Beantwoord de vragen in je werkboek.

* let op je spelling, zinsbouw en handschrift

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken: 8 t/m 13 (blz. 29 t/m 33)
Verbeter je antwoorden in je werkboek.

* let op je spelling, zinsbouw en handschrift

Slide 9 - Tekstslide

betoog schrijven
Je weet hoe je een betoog moet schrijven
Je kunt een betoog schrijven

Slide 10 - Tekstslide

indeling
inleiding: omschrijving situatie, mening over de stelling


Slide 11 - Tekstslide

middenstuk
2 argumenten geven met uitleg om je mening te versterken

1 tegenargument geven en die moet je weerleggen. Waarom klopt dit tegenargument niet?

Dit zijn dus 3 alinea's!

Slide 12 - Tekstslide

slot
conclusie

Je herhaalt nogmaals je mening en je belangrijkste argument.

geen nieuwe argumenten noemen!

Slide 13 - Tekstslide

let op
Bedenk een passende en pakkende titel
alinea-indeling
schrijfplan

Slide 14 - Tekstslide

schrijfplan
Maak eerst een schrijfplan

- wat vertel je in de inleiding : anekdote/ nieuwsfeit, je mening
midden: welke argumenten ga je gebruiken en uitwerking
slot: conclusie en argument

titel doe je als laatst

Slide 15 - Tekstslide