5.2 en 5.3 Herhaling

5.2 en 5.3 Herhaling
Leerdoelen:
Je kunt de verschillende onderdelen onderscheiden van de loonkosten van de werkgever
Je kunt de loonkosten per product berekenen
Je kunt uitleggen welke factoren de arbeidsproductiviteit verhogen
Je kunt de 5 P's van de marketingmix onderscheiden en toepassen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 en 5.3 Herhaling
Leerdoelen:
Je kunt de verschillende onderdelen onderscheiden van de loonkosten van de werkgever
Je kunt de loonkosten per product berekenen
Je kunt uitleggen welke factoren de arbeidsproductiviteit verhogen
Je kunt de 5 P's van de marketingmix onderscheiden en toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Tips om te leren
- Korte quiz om de stof te herhalen
- Bespreken opgaven/ zelfstandig werken aan flitskaarten/ zelftest/ oefenen voor de toets

Slide 2 - Tekstslide

Tips leren
- Ben je nog niet begonnen? STARTEN
- Zorg dat je alle leerdoelen goed kent
- Oefen begrippen met flitskaarten in de online methode
- Herhaal belangrijke opgaven
- Lees paragrafen goed door
- Doe de oefentoets via de methode
- Bekijk goed de lessonup presentaties

Slide 3 - Tekstslide

Wat wordt niet ingehouden op het brutoloon van de werknemer?
A
Loonheffing
B
Pensioenpremies
C
Premies volksverzekeringen
D
Premies werkgeversverzekeringen

Slide 4 - Quizvraag

Loonheffing bestaat uit premies werknemersverzekeringen, loonbelasting en pensioenpremies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Groot BV heeft drie medewerkers die ieder € 2.000 aan brutoloon verdienen. De werknemerspremies zijn 16,8% en de werkgeverspremies 8,2%. Wat zijn de personeelskosten van Groot BV? (geen punten, komma's of eurotekens)

Slide 6 - Open vraag

Sloop heeft twee medewerkers: Bilal en Lilly. Bilal werkt 32 uur en produceert in een week 1.600 producten. Lilly produceert 30 producten per half uur. Wie heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?
A
Bilal
B
Lilly

Slide 7 - Quizvraag

Sloop heeft twee medewerkers: Bilal en Lilly. Bilal produceert 50 per uur en Lilly 60 per uur. Bilal heeft loon van € 2.400 per maand op basis van 32 uur. Lilly verdient € 3.120 per maand op basis van 40 uur. Wie heeft de laagste loonkosten per product?
A
Bilal
B
Lilly

Slide 8 - Quizvraag

Prijsdiscriminatie heeft als doel een hoger omzet te behalen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

De plek in het schap is een vorm van ....
A
Plaatsbeleid
B
Promotiebeleid

Slide 10 - Quizvraag

Bespreken opgaven
Welke opgaven....?

Indien je alles goed kon maken, dan ga je aan het werk aan de flitskaarten, test jezelf of oefenen voor de toets

Slide 11 - Tekstslide