Herhaling grammar periode 1
Choose the correct translation:
Tijn praat vaak te veel.
Tijn praat vaak te veel.
A
Tijn often talks to much.
B
Tijn is often talking too much.
C
Tijn often talk too much.
D
Tijn often talks too much.
1 / 15
Onderdelen in deze les
Choose the correct translation:
Tijn praat vaak te veel.
Tijn praat vaak te veel.
A
Tijn often talks to much.
B
Tijn is often talking too much.
C
Tijn often talk too much.
D
Tijn often talks too much.
Slide 1 - Quizvraag
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Choose the correct answer: You use the present simple tense: I always do my homework when you speak about
A
The past
B
Thing that are happening right now
C
Facts and habits in the present
Slide 4 - Quizvraag
Choose the correct answer!
Translate this sentence: Job let nooit op tijdens de Engelse les.
Translate this sentence: Job let nooit op tijdens de Engelse les.
A
Job never pays attention during English lessons
B
Job is alleen maar aan het gamen.
C
Job is never paying attention during English lessons.
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal de volgende vraag: Zijn Mijntje en Estee aan het kletsen?
Slide 6 - Open vraag
Vertaal de volgende zin: Vindt Lars AweSummer festival leuk?
Slide 7 - Open vraag
Choose the correct translation.
Daan is tijdens de les met zijn vriendin aan het appen.
Daan is tijdens de les met zijn vriendin aan het appen.
A
Daan are texting his girlfriend
B
Daan is texting his girlfriend during the lessons.
C
Daan texts his girlfriend during the lesson.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is waar over de past simple. Je gebruikt de past simple als:
A
Het gaat over een lange actie in het verleden.
B
er bijvoorbeeld woorden zoals yesterday, two ago in staan.
Slide 9 - Quizvraag
Translate the next sentence:
Wessel ging naar de wedstrijd van PSV.
Wessel ging naar de wedstrijd van PSV.
A
Wessel went to PSV's game.
B
Wessel was going to PSV's game.
C
Wessel gone to PSV's game.
Slide 10 - Quizvraag
Translate the next sentence.
Toen mevrouw Bergmans aan het praten was, viel de pen van Lot op de grond.
Toen mevrouw Bergmans aan het praten was, viel de pen van Lot op de grond.
A
When Mrs Bergmans was speaking, the pen of Lot was falling on the ground.
B
When Mrs Bergmans Spoke, Lot's pen fell on the ground.
C
When Mrs Bergmans was speaking, Lot's pen was falling on the ground.
Slide 11 - Quizvraag
Translate the next Sentence: Emma heeft gisteren haar huiswerk niet gedaan.
Slide 12 - Open vraag
Vertaal de volgende zin: Wieske en Sophie waren aan het rennen omdat ze geen zin hadden in Engels.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Choose the correct translation.
Hanne heeft een fatbike.
Hanne heeft een fatbike.
A
Hanne haves a fatbike.
B
Hanne has a fatbike.
C
Hanne is having a fatbike.
