Je kan aan het einde van de les de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Doel van vandaag
Je kan aan het einde van de les de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.
Slide 1 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijke voornaamwoorden zijn woorden die personen benoemen in een zin zonder daarbij de naam te noemen.
Slide 2 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord:
Bezittelijke voornaamwoorden geven een bezit aan:
het is van iemand. Je zet de bezittelijke voornaamwoorden voor zelfstandige naamwoorden, op de plek van de lidwoorden der/die/das of ein/eine.
Slide 3 - Tekstslide
Zoals je hebt gemerkt, hebben wij voor elk persoon een bezittelijk voornaamwoord:
ENKELVOUD
ik - mijn ich - mein
jij - jouw du - dein
hij - zijn er - sein
zij - haar sie - ihr
het - zijn es - sein
Slide 4 - Tekstslide
Zoals je hebt gemerkt, hebben wij voor elk persoon een bezittelijk voornaamwoord.
MEERVOUD:
wij - ons wir - unser
jullie - jullie ihr - euer
zij - hun sie - ihr
u - uw Sie - Ihr
Slide 5 - Tekstslide
Bijvoorbeeld:
Dit is mijn auto. Das ist mein Auto.
Ik koop een auto. Ich kaufe ein Auto.
Jullie hond is oud. Euer Hund ist alt.
Jullie hebben een hond. Ihr habt einen Hund.
Slide 6 - Tekstslide
persoonlijk voornaamwoord
ich ik
du jij
er/sie/es hij/zij/het
wir wij
ihr jullie
sie/Sie zij/U
bezittelijk voornaamwoord
mein_ mijn
dein_ jouw
sein_/ihr_/sein_ zijn/haar/zijn
unser_ ons/onze
euer_ jullie
ihr_/Ihr_ hun/uw
Slide 7 - Tekstslide
bezittelijke voornaamwoorden veranderen mee met ein/eine!
ein Vater -> mein Vater
eine Mutter -> meine Mutter
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Pak je schrift en beschrijf de dingen op je tafel en in je tas in het Duits. Maak ongeveer 5 zinnetjes. Doe daarna hetzelfde met de spullen van degene naast je.
Maak hierbij gebruik van bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
probeer: Ich suche..........(mijn) Buch.
Slide 10 - Open vraag
probeer: Ich suche..........(mijn) Tasche.
Slide 11 - Open vraag
probeer: Ich suche..........(jouw) Tasche.
Slide 12 - Open vraag
probeer: Ich suche..........(onze) Tasche.
Slide 13 - Open vraag
probeer: Ich suche..........(jullie) Taschen.
Slide 14 - Open vraag
probeer: Ich suche..........(uw) Taschen.
Slide 15 - Open vraag
Noem vijf bezittelijke of persoonlijke voornaamwoorden.