In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema Afweer
Bs 3 Immuniteit
Slide 1 - Tekstslide
Lesinhoud
Basisstof 2
samenvatting en controlevragen
Basisstof 3
Uitleg over verschillende vormen van immuniteit
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer iemand corona heeft gehad, worden er antistoffen tegen het virus gevonden in de bloedbaan. Welke cellen zijn hiervoor verantwoordelijk?
A
De macrofagen
B
De B-cellen
C
De T-cellen
D
De fagocyten
Slide 4 - Quizvraag
Kees heeft geen antistoffen tegen het coronavirus in zijn bloed. Kan hij Covid-19 gehad hebben?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Doelen
Je kunt uitleggen wat immuniteit inhoudt en wanneer dit ontstaat.
Je kunt het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit en tussen actieve en passieve immunisatie beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe vaccinaties en groepsimmuniteit werken.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Immuniteit
Incubatietijd
De tijd tussen binnendringen van ziekteverwekker --> ziekteverschijnselen
Primaire reactie
De vorming van antistoffen na het eerste contact + de vorming van B-geheugencellen
Secundaire reactie
Geheugencellen vormen snel antistoffen, na opnieuw contact met dít antigeen --> niet ziek --> dus je bent immuun.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Actief natuurlijk
ziekte doorgemaakt
geheugencellen gevormd
Passief natuurlijk antistoffen via borstvoeding
geen geheugencellen
Actief kunstmatig
vaccinatie
geheugencellen aangemaakt
Passief kunstmatig
injectie met antistoffen
geen geheugencellen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Groeps-
immuniteit
Slide 14 - Tekstslide
Is het inspuiten van antistoffen uit paardenbloed voorbeeld van actieve, passieve, natuurlijke of kunstmatige immunisatie?
A
Passief en Kunstmatig
B
Passief en Natuurlijk
C
Actief en Kunstmatig
D
Actief en Natuurlijk
Slide 15 - Quizvraag
Hanna is gebeten door een hond met rabiës (virus). Geen goed medicijn & dodelijk. Hoe kunnen we haar helpen?
A
Injectie met verzwakt rabiës
B
Injectie met antistoffen tegen rabiës
C
Moedermelk met rabiës laten drinken
D
Moedermelk met antistoffen tegen rabiës laten drinken
Slide 16 - Quizvraag
Auto-immuunziekten
lymfocyten rijpen in thymus en beenmerg
ze leren alle lichaamseiwitten te herkennen
soms gaat dat fout => auto-immuunziekte
bijv. MS, reuma
MULTIPLE SCLEROSE
REUMA
Slide 17 - Tekstslide
Allergie
Bij een allergie reageert het lichaam extreem gevoelig op antigenen van stoffen waar de meeste mensen normaal op reageren.
Deze stoffen veroorzaken een afweerreactie.
Slide 18 - Tekstslide
Wat is of zijn de reden(en) dat je zo vaak verkouden wordt?
A
je kan geen antistoffen maken tegen het verkoudheidsvirus
B
het verkoudheidsvirus verandert snel
C
er zijn heel veel verschillende verkoudheidvirussen
D
je kunt niet immuun worden voor het verkoudheidsvirus
Slide 19 - Quizvraag
Waarom moeten mensen elk jaar opnieuw gevaccineerd worden tegen de griep?
A
Het vaccin is na een jaar uitgewerkt.
B
Alle antistoffen zijn na een jaar afgebroken.
C
De geheugencellen raken uitgewerkt.
D
Het griepvirus verandert steeds van vorm.
Slide 20 - Quizvraag
vragen?
Slide 21 - Woordweb
Huiswerk
Thema 7
Paragraaf 3
Slide 22 - Tekstslide
Is iemand die een injectie met antistoffen heeft gehad na een jaar nog steeds immuun? Leg uit.
Slide 23 - Open vraag
Wanneer je immuun bent voor het coronavirus ben je niet meteen ook immuun tegen het griepvirus. Leg uit met de begrippen antigenen en antistoffen hoe dit komt.
Slide 24 - Open vraag
Leg uit hoe een vaccin werkt en gebruik hiervoor de woorden antigenen en antistoffen.
Slide 25 - Open vraag
Antistoffen zijn eiwitten. Waarom niet volwassenen antistofoplossing laten drinken ipv injecteren?