Overig materiaal

Overig materiaal
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Overig materiaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het standpunt van Taylor Mali?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk type argumentatieschema maakt Taylor Mali gebruik? Oorzaak-gevolg, voor- en nadeel, kenmerk, vergelijking, voorbeeld, autoriteit

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7
A
Autoriteit
B
Oorzaak-Gevolg
C
Vergelijking
D
Voor- en nadelen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

  • Verkeerde vergelijking
  • Verkeerd voorbeeld > vaak generalisatie genoemd
  • Cirkelredenering

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 20 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 21 - Quizvraag

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 22 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 23 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Drogredenen
  • Onjuiste kenmerk
  • Onjuiste voor- en nadelen (overdrijving of vals dilemma)
  • Bespelen van het publiek
  •  Vertekenen van standpunt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste kenmerk

Je kent een bepaalde eigenschap toe aan iets of iemand, terwijl je andere, belangrijke eigenschappen negeert
Ze is een goede weddingplanner, want ze is altijd op tijd.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste kenmerk


'Die leraar is echt een saaie vent. Hij heeft altijd dezelfde blouse aan.'

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste voor- en nadelen 
Je overdrijft de voor- en nadelen of stelt iemand voor een vals dilemma 

Als Nederland het gebruik van softdrugs legaliseert, krijgen we veel meer drugsverslaafden, zal het aanzien en de invloed van ons land in de Europese unie enorm afnemen en zal de illegale teelt vanwege de sterkte van de illegale wiet niet verdwijnen. (overdrijving)


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste voor- en nadelen

'Kies maar: alles of niets!' (vals dilemma)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek
Je probeert het publiek voor je te winnen door op het gevoel in te spelen.

Het is toch verschrikkelijk hoe bankiers hun zakken vullen!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek

'We waren er allemaal bij en niemand vond het plan goed uitgedacht.'


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen van standpunt 
Je geeft het oorspronkelijke standpunt verkeerd weer. Je overdrijft het, of zwakt het af.


'Mooie rondingen in die jurk? Je vindt me dus dik!' 


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen van standpunt

'Jij bent voor abortus. Dus jij vindt dat iedereen zonder goede reden een kind mag vermoorden.'

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn opa en oma komen zelden bij mijn voetbalwedstrijd kijken. Zij vinden tijd besteden aan hun kleinkinderen niet belangrijk.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 33 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 34 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Je moet wel op een linkse partij stemmen, anders wordt ons land snel een dictatuur.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 35 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Mijn zus kan goed vertellen wat zij vindt. Zij zou een uitstekende directrice zijn.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 36 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Als je voor haar kiest als klassenvertegenwoordiger zal niemand nog iets te zeggen hebben.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 37 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Drogredenen

  • Onduiken van de bewijslast
  • Verkeerd autoriteitsargument
  • Beroep op traditie
  • Persoonlijke aanval

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onduiken van bewijslast
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken.

'Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is daar toch tegen!'

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontduiken van bewijslast
'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerd autoriteitsargument
'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn moeder gezegd.'

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerd autoriteitsargument
Je voert iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroep op traditie
Je geeft een argument dat gebaseerd is op het idee dat iets zo moet blijven omdat het altijd al zo geweest is.

'Waarom zou ik een mobiele telefoon aanschaffen? Vroeger had niemand een mobiele telefoon en de communicatie verliep altijd prima.'

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroep op traditie
'Natuurlijk moeten leerlingen met pen en papier blijven werken, dit is altijd zo geweest.'

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 

 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander.' 

Dit argument valt iemand aan op zijn mening 


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
'Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!'

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We eten nooit later dan zes uur, dus nu ook niet.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies