H4. Persoonlijke verzorging

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Weektaak

Theorie:

H4. Persoonlijke verzorging: blz. 73 t/m 101

Formatieve toets

 

Praktijk:

Deelopdracht 4.01 Hygiënisch werken. Blz. 256-257

Deelopdracht 4.02 Handen wassen Blz. 258-259

Deelopdracht 4.03

Stimuleren van zelfredzaamheid. Blz. 260

Deelopdracht 4.04 Wassen van gezicht, hals en handen. Blz. 261-263

H4. Persoonlijke verzorging

Doelstellingen

waarom hygiënisch werken belangrijk is;

welke activiteiten horen bij persoonlijke verzorging:

hulp bij het wassen;

hulp bij het aan- en uitkleden;

hulp bij haarverzorging;

hulp bij mondverzorging;

hulp bij het eten en drinken

hulp bij naar het toilet gaan en gebruik van incontinentiemateriaal;

waarom het stimuleren van de zelfredzaamheid belangrijk is;

welke (zorgtechnologische) hulpmiddelen er zijn en hoe je deze gebruikt.

ADL = Algemene dagelijkse levensverrichtingen

ADL zijn dagelijks terugkerende handelingen

Persoonlijke verzorging=is alles wat je je doet om je lichaam goed te verzorgen. 

Hygiëne

=Alles wat je doet om ervoor te zorgen dat jezelf en je omgeving schoon is en blijft.

Hygiënisch werken zorgt voor een schone omgeving en schoon lichaam.

Weinig bacteriën geven ook minder risico op besmetting.

Handhygiene is zeer belangrijk! Handen wassen, desinfecteren en verzorgen!

Hulp bij het wassen 

Volgens de afspraken die in het zorgleefsplan staan.

-Helpen met douchen.

- Wassen met water, water, zeep en handdoeken (op bed)

- Wassen met speciale washandjes (in magnentron). Dit noem je verzorgend wassen. 

Hulp bij aan/uitkleden

Aandachtspunten baby:

Werk veilig; laat de baby niet alleen.

Leg alle spullen vooraf klaar.

Aandachtspunten volwassenen:

Gebruik hulpmiddelen

Stimuleer zelfredzaamheid.

Hulp bij steunkousen / therapeutische kousen

- Ondersteuning spataderen, bloedvaten in benen en voeten

- Tegengaan vochtophoping in benen

Belangrijk: gebruik hulpmiddelen!

Hulp bij monderverzorging 

Goede mondgezondheid is belangrijk voor het gebit en voor het hele lichaam.

Cariës = gaatjes in de tanden die ontstaan doordat tandplak op de tanden aanwezig is.

Implantaat = een kunstwortel waarop een kunsttand is geschroefd

Hulp bij eten en drinken

Flesvoeding baby; 

Hou je aan voedingstijden.

Zorg dat de voeding niet te heet is.

Voeding peuter of kleuter;

Zorg voor gezonde voeding.

Hou je aan eetgewoontes van het gezin.

Voeding volwassene;

Maak gebruik van hulpmiddelen.

Stimuleer zelfredzaamheid.

Hulp bij naar het toilet gaan

Incontinentie = je urine (plas) en/of ontlasting (poep) niet meer kunnen ophouden.

Zindelijk = als de peuter/ kleuter gebruik maakt van het toilet in plaats van zijn plas of ontlasting in een luier te doen.

Gebruik maken van incontinentiematerialen

Schrale billen voorkomen door tijdig verschonen van incontinentiemateriaal/ luier.

Zelfredzaamheid

(ADL) Hulpmiddelen

Zelfstandig aan de slag met de weektaak

Waarvoor staat de afkorting ADL

Noem een voorbeeld van persoonlijke verzorging