ONO Blok 5 Spelling 5.9

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
- Waar speelt het verhaal zich af?

- In welke tijd speelt het verhaal zich af?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
1. Huiswerk bespreken 
2. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Ik kan de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden goed spellen.
  • Ik kan getallen goed spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de persoonsvorm op de juiste manier in de v.t.:

Op een mooie dag ... (starten) de vriendelijke man de wedstrijd.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord op de juiste manier:

Dewi en Karim hebben de avond van hun leven .... (beleven).

Slide 6 - Open vraag

Je hebt het geld goed besteed.

Het goed ... geld.

Slide 7 - Open vraag

Instructie
Bezitsvorm
In alle zinnen wordt uitgelegd dat iets van iemand is. 
  • 1a: Ik leen vaak de kleren van mijn zusje. > Ik leen vaak mijn zusjes kleren.
  • 2a: Mijn oma vraagt naar het rapport van mijn broer. > Mijn oma vraagt naar mijn broers rapport.

In zin 1a en 2a wordt gezegd: de kleren van mijn zusje en het rapport van mijn broer. Dit kun je ook anders zeggen (zin 1b en 2b): mijn zusjes kleren en mijn broers rapport. Dit noem je de bezitsvorm.

Hoe spel je de bezitsvorm?
  • Zet een s achter het zelfstandig naamwoord > mijn zusjes kleren.
  • Spel ’s als het zelfstandig naamwoord eindigt op a, i, y, o of u > oma's fiets.
  • Spel ’s als het zelfstandig naamwoord eindigt op een e die klinkt als ee > Enschede's centrum.
  • Schrijf alleen ’ als het zelfstandig naamwoord eindigt op een sisklank > Bas' tas.

Slide 8 - Tekstslide

Instructie
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.
  • Alle cijfers t/m 20 schrijf je voluit.
  • Ronde tientallen, honderdtallen, duizendtallen schrijf je voluit. 

Uitzonderingen:
  • Bij maten en gewichten zijn cijfers soms overzichtelijker.
  • Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.

Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

Slide 9 - Tekstslide

Het boek van Kevin ligt op school.
..... boek ligt op school.

Slide 10 - Open vraag

De fiets van oma wordt veel gebruikt.
..... fiets wordt veel gebruikt.

Slide 11 - Open vraag

De tas van Morris ligt in de auto.
.... tas ligt in de auto.

Slide 12 - Open vraag

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 227, opdr. 20, 21
  • Zilver: blz. 227, opdr. 20,21
  • Goud: blz.  227, opdr. 20,21

Klaar? 
  • Kijk je werk na en streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
  • Boekopdracht.
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie leerdoelen

  • Ik kan de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden goed spellen.
  • Ik kan getallen goed spellen.

Slide 14 - Tekstslide

Vooruitblik B3 Over Taal
In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.

Slide 15 - Tekstslide