In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling Steden
§1.2 t/m §1.4
15 vragen
Vul altijd een antwoord in
Maak zinnen, gebruik hoofdletters en leestekens.
SUCCES!
Slide 1 - Tekstslide
Wat is verstedelijking?
Slide 2 - Open vraag
Wat is een ander woord voor verstedelijking?
Slide 3 - Open vraag
Een stad van nu is anders dan een stad vlak na de Tweede Wereldoorlog. Wat is een kenmerk van de stad van nu?
A
In de stad van nu is veel aandacht voor de leefomgeving.
B
In de stad van nu staan rijtjeshuizen en flats.
C
In de stad van nu wonen mensen dicht op elkaar.
D
In de stad van nu worden veel nieuwe huizen gebouwd.
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor wijk zie je op de kaart?
A
historisch stadscentrum
B
jaren 70-wijk
C
nieuwbouwwijk
Slide 5 - Quizvraag
Leg het verschil uit tussen urbanisatie en sub-urbanisatie
Slide 6 - Open vraag
Jaren 70-wijken zijn aantrekkelijk voor gezinnen. Geef twee kenmerken die deze wijken zo aantrekkelijk maken voor gezinnen.
Slide 7 - Open vraag
De stad Helmond is gegroeid. Enkele omliggende dorpen zijn nu woonwijken van Helmond geworden. Welke zin past bij de situatie van Helmond?
A
Dorpen en steden werken samen.
B
Dorpen groeien vast aan steden.
C
Grote steden werken met elkaar samen.
D
Mensen verhuizen naar het overgangsgebied.
Slide 8 - Quizvraag
Bekijk bron 1. Welk begrip hoort bij plaatje 3?
A
landelijk netwerk
B
stadsgewest
C
plattelandsgewest
D
stedelijk netwerk
Slide 9 - Quizvraag
De huizen in arbeiderswijken zijn niet groot. Toch wonen veel mensen er nu graag. Hoe komt dat?
Slide 10 - Open vraag
Welke omschrijving hoort bij een nieuwbouwwijk?
A
een wijk met goedkope hoogbouw net buiten het centrum
B
een wijk met moderne hoogbouw in het centrum
C
een wijk met moderne woningen, ruimte en groen
D
een wijk met opgeknapte naoorlogse woningen, ruimte en groen
Slide 11 - Quizvraag
Noteer twee stedelijke functies.
Slide 12 - Open vraag
Waardoor ontstonden er na 1850 arbeiderswijken?
Slide 13 - Open vraag
Welke zin gaan over huizen in naoorlogse woonwijken?
A
De gebouwen hebben vaak meerdere verdiepingen.
B
De wijken liggen aan de rand van de stad.
C
Het zijn goedkope huizen van slechte kwaliteit.
D
Luxe was in deze woningen heel belangrijk.
Slide 14 - Quizvraag
Door de groei van de stad Helmond zijn drie vroegere dorpen- aan de stad vastgegroeid. Welk begrip past bij de situatie van Helmond?
A
agglomeratie
B
landbouwgebied
C
overgangsgebied
D
stedelijk netwerk
Slide 15 - Quizvraag
Een stad in een stedelijk netwerk verlaagt zijn huren van bedrijfshallen om meer bedrijven aan te trekken. Dit is een vorm van ___________ binnen een stedelijk netwerk
A
samenwerken
B
concurreren
Slide 16 - Quizvraag
1. Ik vond deze oefenvragen: 2. Hoe lang heb je al geleerd? 3. Welk cijfer heb je?