H2.2 Onrust in de Kerk

H2.2 Onrust in de Kerk

opdrachten 13 t/m 20
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2.2 Onrust in de Kerk

opdrachten 13 t/m 20

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel (1)
Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de Reformatie?
Hervormers als Luther en Calvijn wilden dat de Kerk haar fouten zou verbeteren. Ook wilden zij dat de mensen zelf de Bijbel moesten kunnen lezen. Zo konden zij, door oprecht te geloven, in de hemel komen. Deze opvattingen zouden leidden tot de Reformatie/ Hervorming.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel (2)
Hoe leidde de Reformatie tot een splitsing in de kerk?
Luther weigerde zijn kritiek op de Kerk in te trekken. Dit leidde tot een conflict met de keizer, Karel V, en de Paus.
In 1555 werd de Vrede van Augsburg getekend en mochten de vorsten bepalen welke godsdienst hun onderdanen moesten hebben. Dit leidde tot het ontstaan van de protestantse Kerk.


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 13
Haal uit bron 5 drie punten van kritiek op de monniken:
  1. Monniken vermijden wetenschap / kunnen niet lezen.
  2. Ze zingen vals en snappen niks van de psalmen.
  3. Ze doen alsof ze arm zijn om te kunnen bedelen.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 14
Beschrijf hoe de schilder van Het Narrenschip (bron 4) de monnik en de non samen met de andere passagiers heeft afgebeeld.
  • Samen met de andere passagiers varen de monnik en de non op een stuurloos bootje, dat bomen in plaats van masten heeft. Iedereen eet, drinkt, zingt en doet gek. Voor de mensen in het water, die om eten bedelen, hebben ze geen oog.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 15
Toon aan dat het schilderij past bij de kritiek op de kerk in die tijd.
  • Kloosterlingen moesten sober leven, zich aan hun gelofte houden en voor de armen zorgen, maar de monnik en non op het bootje doen het tegenovergestelde. Een punt van kritiek  was dat veel geestelijken zich niet aan de regels hielden, terwijl ze andere mensen vertelden dat wel te doen. 



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 16
Maak een analyse van de spotprent. Doe dat door:
- te vertellen wie de Antichrist moet voorstellen;
- te beschrijven wat hij doet;
- uit te leggen op welke kerkelijke gewoonte kritiek wordt geleverd;
- uit te leggen waarom die gewoonte volgens de aanhangers van Luther nog erger is vanwege de plaats waar het gebeurt.




Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 16
- De Antichrist moet de paus voorstellen.
- Hij ondertekent stukken papier, die daarna worden verkocht.
- Op de verkoop van papieren aflaten. Door die te verkopen verdiende de paus geld (onder andere voor de bouw van de Sint-Pieterskerk).
- Op deze plaats (in Gods tempel, dus in de kerk) moet je volgens christenen God eren en geen zaken doen.






Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 17
Leg in eigen woorden uit waarom je volgens Luther niets aan een aflaat hebt.
  • Een aflaat geeft je geen zekerheid op een plekje in de hemel. Je kunt volgens Luther alleen door Gods genade in de hemel komen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 18
Bedenk twee redenen waarom de leiding van de Kerk Luthers kritiek niet accepteerde.
  1. Ze waren bang inkomsten te verliezen uit de aflaathandel.
  2. Door te zeggen dat alleen God (en niet de paus of een bisschop) genade kon schenken, tastte Luther het gezag van de geestelijkheid aan.


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 19
Beschrijf wat je ziet op bron W2.
  • Het hoofd van Luther is afgebeeld als een doedelzak, die wordt bespeeld door de duivel.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 20
Is de tekenaar van bron W2 een voor- of een tegenstander van Luther? Leg je antwoord uit.
  • Hij is een tegenstander, want hij stelt Luther voor als een ‘instrument’ van de duivel. Luther vertegen-woordigt dus het ‘kwaad’.


Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
H2.2 | Onrust in de Kerk

Lees de paragraaf (en de leerdoelen)
Maken opdrachten 21 t/m 25 + 29


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Opdracht-21
Door de Hervorming veranderde veel maar niet alles. Wat is een continuïteit en wat is een verandering? Geel is het juiste antwoord!

  • Er bestaan binnen het West-Europese christendom meerdere kerken. verandering
  • Het geloof is monotheïstisch. continuïteit 
  • Men gelooft dat de Bijbel het woord van God bevat. continuïteit 
  • In Duitsland hebben veel vorsten een ander geloof dan de keizer. verandering


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht-22
Leg uit of de veranderingen door Luther vanaf het begin waren bedoeld.
  • De veranderingen waren niet door Luther bedoeld. Hij wilde de rooms-katholieke kerk van binnenuit hervormen. Dat er een splitsing in de kerk zou komen was niet vanaf het begin zijn bedoeling. De splitsing ontstond nadat de paus Luther in de kerkelijke ban deed.



Slide 16 - Tekstslide

Opdracht-23
Luther en Calvijn waren allebei hervormers, maar er bestonden tussen hen ook verschillen. Noem drie punten waarop de leer van Calvijn afweek van die van Luther.
  1. Calvijn legde meer de nadruk op de almacht van God: die had allang bepaald wie er naar de hemel zou gaan en wie niet.
  2. Calvijn was voor een veel strengere tucht/discipline.
  3. Luther vond dat de onderdanen altijd moesten gehoorzamen aan de vorst. Calvijn vond dat er uitzonderingen waren.




Slide 17 - Tekstslide

Opdracht-24
Welke ideeën had Calvijn over de overheid? Kies de juiste zinnen.
[ ] Volgens Calvijn kregen vorsten hun macht niet van God.
[ ] Calvijn vond dat je niet hoefde te gehoorzamen als een vorst iets beval wat in strijd was met Gods wil.
[ ] Calvijn was van mening dat een vorst die niet luisterde naar God door zijn onderdanen mocht worden gedood.
[ ] Calvijn vond dat een vorst die zich niet aan de regels van het geloof hield zichzelf als het ware afzette.
[ ] Omdat alle vorsten zo verwaand waren op een troon te zitten, mocht je je tegen hen verzetten.





Slide 18 - Tekstslide

Opdracht-25
Bedenk twee redenen waarom de meeste protestantse vorsten in Duitsland kozen voor het lutheranisme en niet voor het calvinisme.
  1. Bij de Vrede van Augsburg mochten vorsten het geloof van hun onderdanen bepalen, maar dat ging alleen om het katholieke of Lutherse geloof.
  2. De calvinistische leer stond in uitzonderlijke gevallen verzet tegen de overheid toe. Dat was voor vorsten minder veilig dan de leer van Luther, die alle verzet verbood.






Slide 19 - Tekstslide

Opdracht-29
Schrijf bij iedere gebeurtenis op waarom die belangrijk was in de geschiedenis van de Hervorming.






Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide