KGT H4 Procenten en Breu

= 50% = ?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

0,5

0,50

1,2

A & B

1 / 19

Slide 1: Quizvraag

WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

= 50% = ?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

0,5

0,50

1,2

A & B

Slide 1 - Quizvraag

? = 40% = 0,4

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 ​}

Slide 2 - Quizvraag

= ? = 0,125

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

80%

12,5%

125%

Slide 3 - Quizvraag

1 2 3 4 5 6 7

Iedereen in het lokaal krijgt een eerlijk deel van de reep, hoeveel is dit: Schrijf als breuk.

Slide 4 - Tekstslide

1 reep is = = 100%

Hoeveel is dit in procenten?

\frac{​ 2 8 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 ​}

Slide 5 - Tekstslide

Welk deel is hier over? Vereenvoudig.

Slide 6 - Open vraag

Welk deel is hier over? Vereenvoudig.

Slide 7 - Open vraag

Welk deel is hier over? Vereenvoudig.

Slide 8 - Open vraag

\frac{​ 2 4 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 2 8 ​}

Slide 9 - Tekstslide

\frac{​ 2 4 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 10 - Tekstslide

a: b: c: d:

Hoeveel procent is a, b, c en d?

(Gebruik rekenmachine), schrijf je antwoord op, dieheb je straks nodig.

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 11 - Tekstslide

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​}

Sleep de goede antwoorden onder de juiste breuk.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

50%

86%

67%

Grootste stuk

Kleinste stuk

Slide 12 - Sleepvraag

Percentages en Vermenigvuldigingsfactor

De V.factor gebruik je om sneller te kunnen rekenen!

Nu: Dit scheelt je bijvoorbeeld tijd met het maken van oefeneningen of tijdens de toets!

Later: Tijdens je werk, als je daar korting moet uitrekenen of thuis om te kijken wat je verdient bij een loonsverhoging.

Slide 13 - Tekstslide

Toename en Afname

Toename is wat erbijkomt, afname is wat er afgaat.

Toename: 100% + zoveel % extra.

Afname : 100% - zoveel % eraf.

Slide 14 - Tekstslide

Toename 5% Afname

Erbij

250 + 5%

250 = 100%

100% + 5% = 105%

V.Factor = 105 : 100 = 1,05

nieuwe bedrag:

250 * 1,05 = 262,5

Eraf

250 - 5%

250 = 100%

100% - 5% = 95%

V.Factor = 95 : 100 = 0,95

nieuwe bedrag:

250 * 0,95 = 237,5

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het nieuwe bedrag?
€135 + 9%
Reken uit in je schrift.

€144

€147,15

€147,5

$147,15

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het nieuwe bedrag?
€268 met 10% korting
Reken uit in je schrift.

€241,20

€26,8

€53,6

$294,8

Slide 17 - Quizvraag

Nieuwe Paragraaf!

Probeer zelfstandig eens opdracht 16

Al gedaan? dan mag je doorwerken: 18

Daarna: Bereken je gemiddelde voor wiskunde: klopt dit met Magister? Waarom wel/niet?

Slide 18 - Tekstslide

oefenblad!

Slide 19 - Tekstslide

KGT H4 Procenten en Breu

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

procenten

Hoofdstuk 4.2 en 4.3 1EC1

4.3 Meer of minder dan 100%

Procenten

Hoofdstuk 4.2 en 4.3

11.2 Percentages berekenen 11.3 Meer of minder dan 100%

Procenten

11.2 Percentages berekenen 11.3 Meer of minder dan 100%