Dwaallicht Quiz

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Dwaallicht Quiz

Beantwoord de vragen, maak een keuze 

A

B

C

of

Het woord dat het hoofdpersonage niet in het Engels kan vertalen is

1. Schuin
2. Dwarsstraat
3. Kruispunt
4. Rechtdoor

Een 'kanselarij' is een...

1. Uitdragerij
2. Ambassade
3. Kerkmeubel
4. Voorpost

Het Dwaallicht begint op

1. Een novemberavond
2. Een Septemberavond
3. En novemberochtend
4. Dat wordt niet verteld

Het hoofdpersonage heet

1. Kostermans
2. Kloostermans
3. Laarmans
4. Verbruggen

De man met de ingedeukte neus is

1. een slagersjongen
2. iemand van de havenkant
3. de leider van de zwartjes
4. de zoon van de krantenwinkel

.....dat de man met de muts even in zijn jasje scharrelt en mij een doos sigaretten aanreikt...Waarlijk, een ?????ontbrak er nog aan.

1. fooi
2. rookstok
3. bedankje
4. aalmord

het woord dat Laarmans niet in het Engels kan vertalen is

1. zijstraat
2. schuin
3. kruispunt
4. dwarsstraat

Het adres dat ze zoeken is

1. Kloosterstraat 14
2. Kloosterstraat 15
3. Kloosterstraat 55
4. Kloosterstraat 5

“Van op het balkon kijk ik werktuiglijk naar buiten waar het nu iets minder regent”. De hoofdpersoon bevindt zich

1. thuis
2. in de krantenwinkel
3. deze zin staat niet in het vehaal
4. op de tram

Wie is Fathma

1. de vrouw van een van de matrozen
2. een meisje in Bombay
3. ze werkt in de Jolly Joker
4. een voorbijgangster

En als ik hem even beloer, want het kon wel een geestigheid zijn, spreekt uit zijn aangezicht al de oprechtheid van .......

1. een paard
2. een koe
3. een mus
4. een kat

Wie is Ali Khan

1. Ali Khan is De naam die Laarmans aan een van de zwartjes geeft
2. De eigenaar van de Jolly Joker
3. een man in Bombay
4. De naam van aanvoerder van de zwartjes

Hoe oud schatten de matroosjes Maria in

1. 15
2. 16
3. 20
4. 25

Welk cadeautje kopen ze voor Maria

1. Welks cadeau gaan ze voor Maria kopen Geen
2. Bonbons
3. Bloemen
4. Een sjaal

Dat cadeau wordt in de winkel betaald door

1. Laarmans maar die krijgt terugbetaald
2. Ali Khan
3. de kleinste van de drie
4. Laarmans want ze hebben geen geld

Zet het traject in de goede volgorde

1. bloemenwinkel-tram-bakkerij-Kloosterstraat
2. Kloosterstraat-bakkerij-tram-bloemenwinkel
3. tram-bakkerij-bloemenwinkel-Kloosterstraat
4. Bloenwinkel-Kloosterstraat-bakkerij-tram-bloemenwinkel

Van waar kennen de drie Maria van Dam?

1. Ze hebben haar uit het water gered
2. Ze verkocht sigaretten in de haven
3. Ze bevond zich illegaal aan boord van het schip
4. Ze is zakken komen verstellen op hun schip

Laarmans heeft ondertussen

1. nergens zin in
2. zin om de hele avond op de zwier te gaan
3. zin om die Maria van Dam heel even te zien
4. geweldige zin om naar huis te gaan