Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 - week 48- grammatica H2 - les 2
Grammatica
KWW en HWW
timer
1:00
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
KWW en HWW
timer
1:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1. Lesdoelen + aanpak
2. Kahoot
3. Huiswerk bespreken
4. Aan de slag
5. Controle lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen + aanpak
- Je ziet of een zin een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde heeft.
- Je geeft bij elk werkwoord aan of het een ZWW, KWW of een HWW is.
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken Kahoot
Tweetallen op basis van resultaat Kahoot
Zwakke leerlingen wil ik helpen met extra uitleg en opdracht
Sterke leerlingen wil ik uitdagen met een extra opdracht
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Opdracht 1 en 2
Slide 5 - Tekstslide
Je maakt opdracht 1 t/m 5 (blz. 60)
Je werkt 15 minuten in stilte.
Klaar? Lees verder in je leesboek
Aan de slag:
timer
1:00
Slide 6 - Tekstslide
Er bestaan twee soorten zinnen:
1. Het onderwerp
doet
iets of deed iets;
2. Het onderwerp
is
iets.
In zin 1 zit
een werkwoordelijk gezegde
In zin 2 zit
een naamwoordelijk gezegde.
Actief of 'staat van zijn'
Slide 7 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in een zin.
Naamwoordelijk gezegde = ww + naamwoordelijk deel
Mijn haar is
geel
geworden
Gezegde - zww, kww en hww
koppel- werkwoord
naamwoordelijk deel van het gezegde
hulp- werkwoord
Slide 8 - Tekstslide
Bij NG hoort een koppelwerkwoord (kww)
Bij WG hoort een zelfstandig werkwoord (zww)
Mijn haar wordt geel
-
wordt
koppelt
geel
aan
mijn haar
NG =
wordt [geel]
Er zijn zes koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen.
Werkwoordelijk of naamwoordelijk
onderwerp
naamwoordelijk deel van het gezegde
koppel- werkwoord
Slide 9 - Tekstslide
ZWW
In een zin met een WG staat altijd een ZWW.
Staat er maar één werkwoord in de zin, dan is dat het ZWW.
De man rijdt door de tunnel.
rijdt -> ZWW
Slide 10 - Tekstslide
Bij meer werkwoorden
Als er meerdere werkwoorden in een zin staan, dan zijn de overige werkwoorden HWW
1. bij NG: KWW achter in de zin
2. Bij WG: pv altijd HWW
Slide 11 - Tekstslide
create.kahoot.it
Slide 12 - Link
Volgende les
Tweetallen op basis van resultaat Kahoot
Opdracht 1 en 2 nakijken
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H2 - week 48- grammatica H2 - les 2
November 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 - week 48- grammatica H2 - les 3
November 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 - week 49- grammatica H2 en H3 - les 1
November 2020
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
wg/ng
Maart 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.8 grammatica woordsoorten
Januari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
§3.7 grammatica woordsoorten zww/hww/kww
April 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zww, hww en kww
Mei 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1