In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Werken met hefbomen
Hefboom
Moment
Momentsleutel
Slide 1 - Tekstslide
wat ga je leren?
Hoe vergroot je een kracht? (Hefboom)
Hoe krijg je een hefboom in evenwicht?
Hoe reken je je uit of een hefboom in evenwicht is?
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een hefboom?
Een draaipunt met een korte en een lange arm.
Slide 3 - Tekstslide
Hefboom
Een hefboom heeft:
Een draaipunt
Een korte arm (grote kracht)
Een lange arm (kleine kracht)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Hoe werkt een hefboom?
Kracht 1 x Arm 1 = Kracht 2 x Arm 2
F = kracht in N (Newton)
L = Lengte van de arm in m (meter)
F1xL1=F2xL2
Formule:
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Een balk die om een scharnierpunt kan draaien, ondervindt meestal een kracht bij dit scharnierpunt.
A
het moment van deze kracht is groter dan 0Nm
B
het moment van deze kracht is kleiner dan 0Nm
C
het moment van deze kracht is 0Nm
D
je kunt niet weten hoe groot het moment van deze kracht is
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de eenheid van moment?
A
Newton
B
meter
C
Newton.meter
D
Newton per meter
Slide 13 - Quizvraag
Matthijs zet een volle vuilniscontainer bij de straat. De zwaartekracht op de container en de spierkracht van Matthijs zijn in evenwicht. Door de container vast te houden, maak je:
A
Het moment van de spierkracht zo klein mogelijk
B
Het moment van de zwaartekracht zo klein mogelijk
C
Het moment van de spierkracht zo groot mogelijk
D
Het moment van de zwaartekracht zo groot mogelijk
Slide 14 - Quizvraag
Wat je wint aan kracht
A
win je aan afstand
B
verlies je aan afstand
C
win je aan moment
D
verlies je aan moment
Slide 15 - Quizvraag
In welke stand is het moment het grootst?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Het moment van de spierkracht is
A
0,46 Nm
B
0,56 Nm
C
52 Nm
D
5,7 Nm
Slide 17 - Quizvraag
Een balk die om een scharnierpunt kan draaien, ondervindt meestal een kracht bij dit scharnierpunt.
A
het moment van deze kracht is groter dan 0N
B
het moment van deze kracht is kleiner dan 0N
C
het moment van deze kracht is 0N
D
je kunt niet weten hoe groot het moment van deze kracht is
Slide 18 - Quizvraag
het moment van de kracht van 100 N is
A
60 Nm
B
60 N
C
60 m
D
0,0060 Nm
Slide 19 - Quizvraag
MOMENTSLEUTEL
Soms mogen bouten en moeren niet te strak aangedraaid worden. Maar te slap aandraaien is natuurlijk ook niet goed.
Met een normale sleutel weet je niet hoe groot het moment is dat je uitoefent.