7.4 Planeten onderzoeken

7.4 Planeten onderzoeken
Herhaling H7.3
Uitleg H7.4
Zelfstandig werken
Afsluiting
UitlegH
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 Planeten onderzoeken
Herhaling H7.3
Uitleg H7.4
Zelfstandig werken
Afsluiting
UitlegH

Slide 1 - Tekstslide

Onthoud
Er zijn vier aardse planeten: Mercurius, Venus, aarde en Mars.
Deze vier planeten hebben allemaal een hard oppervlak. Alleen de aarde en Mars hebben manen.
De vier aardse planeten hebben een atmosfeer.
De atmosfeer van de aarde bestaat voor 80% uit stikstof en voor 20% uit zuurstof.
De atmosfeer van Venus is veel dichter dan de atmosfeer van de aarde.
De atmosfeer van Mercurius en Mars is juist veel dunner dan die van de aarde.
Er zijn vier reuzenplaneten: Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Deze vier planeten zijn veel groter dan de aarde. Ze bestaan voor een groot deel uit gas.
Jupiter is de grootste planeet. Hij heeft een rode vlek en strepen.
Saturnus herken je aan zijn ringen.
Jupiter en Saturnus hebben beide meer dan zestig manen.
Uranus en Neptunus draaien het verst van de zon. Beide planeten zijn blauw.
Uranus heeft 27 manen en Neptunus heeft er 13.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
7.4.1 Je kunt beschrijven hoe je vanaf de aarde planeten kunt onderzoeken.
7.4.2 Je kunt beschrijven wat een scheervlucht (flyby) is.
7.4.3 Je kunt beschrijven wat een lander is.
7.4.4 Je kunt beschrijven wat een orbiter is.
7.4.5 Je kunt beschrijven wat een rover is.

Slide 3 - Tekstslide

Telescopen
Als je naar de sterrenhemel kijkt, zie je heel veel witte puntjes. Dit zijn bijna allemaal sterren. Maar sommige van die witte puntjes zijn planeten. De planeten verplaatsen zich iedere dag een klein beetje. Sterren veranderen niet van plaats.
Rond 1600 werd de telescoop uitgevonden . Een telescoop is een heel sterke verrekijker in de vorm van een buis.  

Slide 4 - Tekstslide

 Als je sterren en planeten door een telescoop bekijkt, is er een verschil. Een ster blijft dan een punt. De telescoop zorgt er alleen voor dat de ster helderder wordt. Maar een planeet wordt dan een schijf, met een eigen, kenmerkend uiterlijk. Een planeet geeft zelf geen licht, zoals een ster, maar weerkaatst het licht van de zon, net als de maan.
Jupiter
Saturnus
Ster

Slide 5 - Tekstslide

Het zonnestelsel
Er is nog een ander, belangrijk verschil. Sterren hebben een vaste plaats aan de sterrenhemel. Ten opzichte van elkaar bewegen ze niet. Bij planeten is dat anders. Planeten bewegen in een baan rond de zon. De baan van de planeten is bijna cirkelvormig. De zon met de planeten die eromheen draaien noem je het zonnestelsel.

Slide 6 - Tekstslide

Planeten onderzoeken
 
Je kunt planeten beter onderzoeken door ze te bezoeken. In 1962 werd de Mariner 2 gelanceerd. In datzelfde jaar vloog de Mariner 2 op een afstand van ongeveer 35 000 km langs de planeet Venus. Zo’n (korte) vlucht langs een hemellichaam noem je een scheervlucht, in het Engels een flyby. In een korte tijd deed de Mariner 2 allerlei metingen aan de planeet. Dit was de eerste keer dat een ruimtevaartuig een andere planeet bezocht.

Slide 7 - Tekstslide

Flyby
In 1977 begon de reis van de ruimtevaartuigen Voyager 1 en Voyager 2. De twee Voyagers zijn toen de ruimte in geschoten. Nu gaan ze steeds verder het heelal in. Voyager 1 was in 2021 ongeveer 23 miljard kilometer bij de aarde vandaan.
De Voyagers hebben foto’s gemaakt van de vier reuzenplaneten en hun grote manen. Voyager 2 is tot nu toe het enige ruimtevaartuig dat Uranus en Neptunus heeft bezocht. Voyager 1 en 2 hebben samen 23 nieuwe manen ontdekt.
Een scheervlucht is de eenvoudigste manier om  een planeet van dichtbij te onderzoeken. Maar er is maar weinig tijd om onderzoek te doen.
          Voyager 1                     Voyager 2

Slide 8 - Tekstslide

Orbiter
NASA is de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie. In 1971 lukte het de NASA om een ruimtevaartuig in een baan rond een planeet te krijgen. Mariner 9 was de eerste orbiter bij een andere planeet. Een orbiter is een ruimtevaartuig dat voor langere tijd in een baan rond een planeet draait. Mariner 9 moest het oppervlak van Mars fotograferen . Zo konden geschikte landingsplaatsen uitgezocht worden voor ruimtevaartuigen die zouden landen op Mars.

Slide 9 - Tekstslide

Een flyby of scheervlucht is de eenvoudigste manier om een planeet van dichtbij te onderzoeken. Maar het is ook de manier waarbij je de minste tijd hebt om onderzoek te doen. Het voordeel van een orbiter is dat hij veel meer informatie van een planeet kan verzamelen. Maar het is moeilijker om een orbiter in een baan rond een planeet te brengen dan om een flyby uit te voeren.
Flyby
Orbiter

Slide 10 - Tekstslide

Lander
Een lander is een ruimtevaartuig dat landt op een ander hemellichaam. Zo’n lander kan heel nauwkeurig een plek op een planeet onderzoeken. In 1975 maakte Venera 9 een foto van het oppervlak van Venus. Dit was de eerste keer dat een foto werd verstuurd vanaf het oppervlak van een andere planeet. Daarna zijn er nog zeven Venera-ruimtevaartuigen naar Venus gegaan. Venera 13 en 14 maakten de eerste foto’s in kleur. Ook op Mars zijn landers geland.

Slide 11 - Tekstslide

Rover
Een lander staat na de landing op een vaste plek op een planeet. Een rover kan over het oppervlak van de planeet rijden. Zo kun je een groter gebied onderzoeken. De kleinste rover is de Sojourney (60 cm lang). Deze landde in 1997 op Mars. 
 In 2004 landden twee van deze rovers op Mars. Hun namen waren Spirit en Opportunity. Deze twee rovers onderzochten of er ooit water is geweest op Mars. Beide rovers hebben bewijs hiervoor gevonden.
 

Slide 12 - Tekstslide

De Curiosity (3 m lang) rijdt nog steeds rond op Mars. Hij onderzoekt of er ooit leven is geweest op Mars. Curiosity bereidt ook bemande ruimtereizen naar Mars voor. Hiervoor bestudeert hij de bodem en de atmosfeer van Mars .

In 2021 landde de Perseverance op Mars. Dit is de eerste rover die filmopnamen in kleur kan maken. Ook kan hij geluid opnemen met een microfoon.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk! NOVA!
Wat? 7.4 Planeten onderzoeken- opdrachten 1 t/m 10.

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Onthoud
Vanaf de aarde kun je planeten onderzoeken door ernaar te kijken met alleen je ogen. Je ziet de planeten dan bewegen langs de sterrenhemel. Planeten kun je beter zien met een telescoop.
Een planeet kun je beter onderzoeken door ernaartoe te gaan met een ruimtevaartuig.
Een ruimtevaartuig kan een scheervlucht maken langs een planeet. In het Engels heet dat een flyby.
Je kunt een planeet nog beter onderzoeken door erop te landen. Een ruimtevaartuig dat dit kan heet een lander. Er zijn alleen landers geland op Mars en Venus. Een lander landt op een planeet en staat dan op een vaste plek.
Een ruimtevaartuig kan ook in een baan rond een planeet draaien. Hierdoor kun je lange tijd onderzoek doen en foto’s maken. Een ruimtevaartuig dat rond een planeet draait noem je een orbiter.
Een rover kan over het oppervlak van een planeet rijden. Daardoor kan een rover een veel groter deel van een planeet onderzoeken.

Slide 15 - Tekstslide